favorite_outline
favorite
Kalkoven in Appingedam
star
star
star
star
(1)
Bouwjaar: 2e helft 19e eeuw
Publicatie: 19680507
Rijksmonument ID: 8209
Type:
Handel en nijverheid
Omschrijving van Kalkoven
Bakstenen kalkoven, door ijzeren trekstangen versterkt met vulbrug en stookgaten met turfkanalen. Het ovenlichaam geschoord door driemaal versneden steunberen.
Tags: gebouwen, woonhuizen,industrie,boerderij, molen, bedrijf
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
location_on
Monumenten
Kaart rond Appingedam
Recensies (1)
-
Jans Bieleveld (1 juni 2018 02:00)
star star star starHinderwetvergunning uit 1900: B. Dijkstra krijgt vergunning tot het oprichten van een kalkoven op het perceel Gemeente Appingedam, Sectie H, nummer 670. Op het Minuutplan uit 1819 staat in dit gebied geen kalkoven ingetekend. In de kadastrale legger staan onder artikel 414 eigendommen van Jan Abels Vos, landbouwer/koemelker te Appingedam. Gemeente Appingedam, Sectie H, nummers 160,161 en 162: weiland, totaal groot 01.55.70. Successieovergang over 1854. De drie percelen gaan naar artikel 991/1,2 en 3. Onder dit artikel staan eigendommen van Arendje Pieters Vos, weduwe van Jan Abels Vos. Artikel 991/1,2 en 3 zijn nog Gemeente Appingedam, Sectie H, nummers 160, 161 en 162. Het is nog steeds weiland. Verkoop over 1855. De drie percelen gaan naar artikel 1005/1,2 en 3. Onder artikel 1005 staan eigendommen van Ida Eelberdina Buseman, echtgenote van Mr. Albertus Muntinghe Cleveringa, notaris te Appingedam. De drie percelen hebben nog steeds dezelfde kadastrale aanduiding en het is nog steeds weiland. Wegens gemeenschap over 1857: de percelen gaan naar artikel 637/16,17 en 18. Onder artikel 637 staan eigendommen van Albertus Muntinghe Cleveringa, procureur, daarna notaris te Appingedam. Artikel 637/16,17 en 18 hebben nog dezelfde kadastrale aanduiding en het is nog weiland. Splitsing en vereniging over 1863: de percelen gaan naar artikel 637/21 en 22. Artikel 637/21: eigendom van Albertus Muntinghe Cleveringa. Nummer 21 wordt nu kadastraal Sectie H, nummer 453. Het is nog weiland. Het is groot 82.40. Verkoop in 1881. Het perceel gaat naar artikel 1696/5. Artikel 1696 omvat de eigendommen van Pieter Binderts Dijkstra, koopvaardijkapitein, later houtkoper te Apppingedam, resp. zijn weduwe Trientje Willems Boelkens. Huwelijk 18 februari 1858. Pieter Benderts Dijkstra, 23 jaar, geboren te Wirdum, buitenvaarder, wonend te Appingedam, zoon van Benderts Piers Dijkstra, landgebruiker te Appingedam, en van Hinderika Pieters van Okkema. Trijntje Willems Boelkens, 25 jaar, geboren te Appingedam, dochter van Willem Klaassen Boelkens, landbouwer te Solwerd, en van Aaltje Derks Huizinga, overleden. Trientje Boelkens is overleden in 1921. Artikel 1696/5 is kadastraal perceel Gemeente Appingedam, Sectie H, nummer 453. Het is weiland. Het is groot 82.40. In 1887 vindt er verkoop en splitsing plaats. Een deel gaat naar artikel 1696/13 en 14. Artikel 1696/13 wordt kadastraal Gemeente Appingedam, Sectie H, nummer 669. Het is weiland, groot 26.00. Artikel 1696/14 wordt kadastraal Gemeente Appingedam, Sectie H, nummer 670. Het is weiland, groot 41.20. De percelen artikel 1696 nummers 13 en 14 zijn dan nog steeds eigendom van de familie Dijkstra. In de Langerijp, ten noorden van het Damsterdiep, had de familie Dijkstra een steenfabriek. Vermeld wordt bijbouw in 1897 en verkoop in 1903 aan Bindert Jan Dijkstra, steenfabrikant te Appingedam, e.a. Het wordt verder vermeld onder artikel 2448. Met betrekking tot artikel 1696/13 wordt vermeld dat in 1902 stichting en scheiding heeft plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 1696/29-31. Met betrekking tot artikel 1696/14 wordt vermeld dat in 1921 vereniging heeft plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 1696/37. Art. 1696/29 wordt Sectie H, nummer 814, groot 00.07.30. Onder de rubriek “Soort eigendommen” wordt vermeld: kalkoven, schuur en erf. Bij dit perceel is ook getrokken een deel van artikel 1696/19, kadastraal Sectie H, nummer 679. Dit perceel was een huis en erf, groot 00.90.58. Vermeld wordt dat met betrekking tot dit perceel in 1902 scheiding en splitsing heeft plaatsgevonden. Het gaat naar artikel 1696/29 en 30. (Het was getrokken uit artikel 1970/1.) Bij artikel 1696/29 wordt vermeld dat in 1910 bijbouw heeft plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 1696/34. Artikel 1696 heeft zoals gezegd betrekking op de eigendommen van de familie Dijkstra. Onder artikel 1696/34 wordt vermeld kalkoven, schuur en erf. Het is kadastraal Sectie H, nummer 814, groot 00.07.30. Vermeld wordt dat in 1911 bijbouw, enz. heeft plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 1696/35. Dit vermeld dat het om een kalkoven, schuur en erf gaat, groot 00.07.75. Het is dan kadastraal bekend onder Sectie H, nummer 832. Het is ook gedeeltelijk getrokken uit artikel 1696/30. In 1921 wordt het verkocht. Het gaat naar artikel 2473/16. Artikel 2473 vermeldt de eigendommen van Niklaas Jans Doornbos, fabrikant, eerst te Opwierde, daarna te Spijk, laatst te Appingedam. Artikel 2473/16 is Sectie H, nummer 832, groot 00.07.75. Het gaat om een kalkoven, schuur en erf. In 1921 heeft een vereniging plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 2473/18. Artikel 2473/18 is kadastraal Sectie H, nummer 869, groot 00.26.80. Het gaat om een kalkbranderij, huis en erf. In 1924 heeft bijbouw plaatsgevonden. Het perceel is getrokken uit artikel 1696/31 en uit artikel 2473/16 en 17. Het gaat naar artikel 2473/23. Dit vermeldt huis, kalkoven, schuur en erf, groot 00.26.80. Het is nog steeds kadastraal Sectie H, nummer 869. In 1927 heeft de stichting van een vennootschap plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 3452/1. Artikel 3452 vermeldt de eigendommen van de N.V. Kalkbranderij de Fivel, gevestigd te Appingedam. Artikel 3452/1 is een huis, kalkoven, schuur en erf, groot 00.26.80. In 1927 heeft bijbouw plaatsgevonden. Het perceel gaat naar artikel 3452/2. Onder artikel 3490/1 wordt vermeld eigendom van Niklaas Jans Doornbos, cementfabrikant te Appingedam. Als medeeigenaresse wordt genoemd de N.V. Kalkbranderij de Fivel gevestigd te Appingedam. Het gaat om een huis en erf, groot 00.11.20, kadastraal bekend Sectie H, nummer 678. Voor 1928 wordt vermeld inbreng, enz. Het perceel is getrokken uit artikel 2473/21. Het gaat naar artikel 2473/26 en artikel 3452/3. Onder artikel 3452/3 wordt vermeld: huis, schuur, kalkbranderij en erf, groot 00.30.60, kadastraal bekend Sectie H, nummer 895. Het is getrokken uit artikel 3452/2 en artikel 3490/1. . Voor deze kalkoven zie ook Dossier -1.853.3. (Gemeentearchief Appingedam). C.I.D.- terrein: C.I.D. staat voor Cementindustrie Doornbos. Het terrein lag ten noorden van “Fivelingo”. Volgens de heer Kooi was het langgerekte gebouw ten noorden van “Fivelingo” een loods van de C.I.D. In Solwerd staat wel een kalkoven ingetekend. Volgens de OAT: Wed. Johannes Dijkstra, Solwerd. Houtkopersche. Gemeente Appingedam, Sectie C, nummer 84: kalkoven, groot 04.85. In 1879 heeft waarschijnlijk herbouw plaatsgevonden. Voor de voorgeschiedenis van deze kalkoven zie Dossier -1.853.3. Zie ook Archief 1811 – 1929/372, nummer 110. Op 23 juni 1877 dragen Theodorus Henderikus Folgering en zijn echtgenote Catharina Meijer over aan Harmannus Posthumus Folgering, houthandelaar, en Theodora Elisabeth Jacoba Kuiper, ehelieden wonende te Solwerd: “Eene Behuizing met Houtstekken, kalkoven en kalkschuur benevens de vrije eigen grond waarop dat alles is staande en gelegen nabij Appingedam onder Solwerd, kadastraal bekend, Gemeente Appingedam Sectie C plaatselijke benaming Langerijp nummers 83, 83 bis, 185. 186 en 187 te zamen groot zeven aren tien centiaren.” De verkopers hadden dit alles verkregen op 6 october 1855. Op 1 mei 1901 draagt Harmannus Posthumus Folgering over aan Marten Kingma, houthandelaar en kalkbrander wonende te Solwerd over: “Eene behuizing met houtstekken kalkoven en kalkschuren, benevens den vrijen eigen grond, waarop dat alles is staande en gelegen nabij Appingedam onder Solwerd, kadastraal bekend gemeente Appingedam sectie C nummers 185, 186, 187, 206 en 207 tezamen groot zeven aren en tien centiaren. De kadastrale legger meldt verkoop in 1919. Het geheel gaat naar artikel 2901. Dit vermeldt eigendommen van de gemeente Appingedam. Onder nummer 124 staat kalkoven en erf, groot 00.03.41, Sectie C, 185. Onder nummer 125 staat kalkschuur, groot 00.00.84, Sectie C, 186. De kalkoven en de kalkschuur zijn gesloopt in 1920. In 1928 is op het perceel Sectie, 185, groot 00.03.41, het spuitenhuis gebouwd. Op het perceel Gemeente Appingedam, Sectie B, nummer 257 staat op het Minuutplan ook een kalkoven, met erf, groot 08.90. Eigenaar was volgens de OAT Johannes Quintinus Cleveringa, secretaris van het Zijlvest der Drie Delfzijlen, wonend te Tjamsweer. Vgl. het schilderij van Claes Hindriks. N.B.: Het bezit van een kalkoven ging vaak samen met het bezit van een houthandel, steenfabriek of pannenenfabriek.
Appingedam,
Groningen, NL
,
In de buurt
-
Woonhuis in verstrakte Amsterdamse School-stijl Snelgersmastraat 6, Appingedam
-
Cornelis Alberts Gasthuis Cornelis Albertsstraat 1, Appingedam
-
Voorm. gemeentesecretarie Wijkstraat 1, Appingedam
-
Vijf traveeën breed groot pand onder hoog schilddak met hoekschoorstenen en forse kroonlijst Gouden Pand 1, Appingedam
-
Pand onder dwars zadeldak met smalle gesneden consoles aan de gootlijst Gouden Pand 5, Appingedam
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Appingedam (Groningen)