Lunet ii in Utrecht
Omschrijving van lunet ii
Cluster 45. Lunetaanleg.
NIEUWE HOLLANDSE WATERLINIE
Inleiding
LUNETAANLEG MET DOOR BAKSTENEN BEKLEDINGSMUREN VERSTERKTE AARDWERKEN, RESTEN VAN GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN ENVELOPPE / GLACIS EN MET (VOORHEEN) DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE (MILITAIRE LANDSGROND) van Lunet II, als basale onderdelen van het op één na noordelijkste van vier onderling vergelijkbare verdedigingswerken. Het betreft een in de jaren 1822 en 1823, aangelegd, geheel met metselwerk bekleed, aarden verdedigingswerk, gelegen tussen de Koningsweg aan de noordzijde en de spoorwegen naar Arnhem en 's-Hertogenbosch aan de zuidzijde. Kenmerkend voor dit type werken zijn de gesloten, met twee facen uitgevoerde frontzijde en de open keelzijde. De bakstenen bekledingsmuren, noch de natte grachten zijn standaardelementen bij lunetvormige verdedigingswerken, maar voor deze vier lunetten te Utrecht zijn ze wel kenmerkend. Aan de frontzijde rijst het bekledend metselwerk op uit de gracht, die op zijn beurt wordt beschermd door (resten van) een enveloppe. Buiten het werk is de openheid van het voormalig schootsveld nog goed herkenbaar, net als de verdedigende functie ten opzichte van de accessen via de Koningsweg, de Houtense Vlakte en de spoorwegen.
Omschrijving
LUNETAANLEG MET DOOR BAKSTENEN BEKLEDINGSMUREN VERSTERKTE AARDWERKEN, RESTEN VAN GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN ENVELOPPE / GLACIS EN MET (VOORHEEN) DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE (MILITAIRE LANDSGROND) van Lunet II, daterend uit de periode 1822-1823. In hoofdzaak vijfzijdig, symmetrisch aardwerk met op het werk enkele aardgedekte onderdelen en (resten van) aarden hellingen en opstelplaatsen voor geschut (emplacementen). Rondom het aardwerk een uit de gracht oprijzende, zware, enkele meters hoge bakstenen bekledingsmuur, die overgaat in de beide hoger opgemetselde flankkazematten. De beide scherpe hoeken aan de keelzijde (west) van het werk zijn versterkt en geaccentueerd met natuurstenen blokken. Tegen het eind van het Interbellum zijn op de noordelijke helft twee onvoltooid gebleven Groepsschuilplaatsen Type P in het aardwerk gebouwd. Op het werk kunnen resten of sporen van bouwwerken, bouwfasen, loopgraven, geschutsopstellingen, enz. aanwezig zijn. De oorspronkelijk met grenspalen als zodanig aangemerkte zone waarover het Ministerie van Oorlog de zeggenschap had, de Militaire Landsgrond, waarin de enveloppe / glacis, maakt in principe deel uit van de beschermde aanleg.
Waardering
De LUNETAANLEG MET DOOR BAKSTENEN BEKLEDINGSMUREN VERSTERKTE AARDWERKEN, RESTEN VAN GESCHUTSOPSTELPLAATSEN, NATTE GRACHT MET BUITENOEVERS, MET (OMLEIDINGS- EN ONDERHOUDS-)WEGEN EN ENVELOPPE / GLACIS EN MET (VOORHEEN) DOOR GRENSPALEN AANGEDUIDE ZONE (MILITAIRE LANDSGROND) van Lunet II te Utrecht is van algemeen belang vanwege:
* Cultuurhistorische waarden als onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zoals deze is ontworpen door C.R.T. Kraijenhoff en in eerste aanleg vanaf 1815 door hem, Jan Blanken en majoor-ingenieur Willem Offerhaus is gerealiseerd en daarna door anderen gedurende meer dan 125 jaar is versterkt en verbeterd.
* Architectuurhistorische waarden in het bijzonder als uiting van de militair-strategische bouwkunde, die gebaseerd is op: a. het systeem van inundatie en accesverdediging (19de eeuw), b. de wedloop met de zich versterkende offensieve middelen (19de eeuw), c. het systeem van 'levende' veldversterking in de diepte (20ste eeuw).
Het onderdeel is een voorbeeld van een grotendeels aarden en bakstenen aanleg uit de periode 1822-1823, waar aan het eind van de jaren '30 van de 20ste eeuw een begin is gemaakt met aanpassing aan de eisen van de (toen) moderne verdediging en oorlogsvoering.
* Archeologische waarden vanwege de mogelijk in de bodem aanwezige resten of sporen van oudere bouwfasen, opstelplaatsen voor geschut, loopgraven, aard- en metselwerken en dergelijke.
* Ensemblewaarde en situationele waarden door de ligging binnen het systeem van de Nieuwe Hollandse Waterlinie in het algemeen, door de bijzondere positie in samenhang met drie andere lunetten en door de herkenbare relatie met het schootsveld en de te verdedigen accessen.
* Het onderdeel is representatief omdat het een goed voorbeeld is van een lunet dat sinds de aanleg, omstreeks 1825, (in de 20ste eeuw) aan nieuwe omstandigheden en vereisten is aangepast en daarvan nog diverse kenmerken vertoont.
* Het onderdeel is goed bewaard omdat de aardwerken, aanaardingen, metselwerken, het grondplan, de gracht en delen van de enveloppe grotendeels onveranderd bewaard zijn gebleven.
Tags: verdedigingswerken en militaire gebouwen
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)