Zoeken... Een moment geduld a.u.b.

search
favorite_outline favorite

Kasteel Rosendael in Rozendaal

Rosendael
flag Top 100 rijksmonument
Rosendael 1
6891 DA, Rozendaal (Gemeente Rozendaal)
Gelderland
Bouwjaar: Late middeleeuwen (1722)
Architect: Daniel Marot
Publicatie: 20111028
Rijksmonument ID: 528472
Bekijk wikipedia

Top 100 omschrijving

Rozendael, Schelpengalerij; kasteel Rozendaal: de in de jaren zeventig van deze eeuw gerestaureerde schelpengalerij dateert uit circa 1722 en mag als exponent van de voormalige formele tuinaanleg rond Rozendael worden gekwalificeerd. In het omringende park, waarin ook het kasteel is gesitueerd, werden aan het begin van de l9de eeuw grote veranderingen aangebracht naar de toenmalig heersende opvattingen rond tuinaanleg, maar die de Schelpengalerij ongemoeid hebben gelaten. Het vermoeden bestaat, dat de Schelpengalerij door Daniel Marot is ontworpen, ornamentiek en aanleg verraden zijn hand, danwel op zijn ontwerpideeën is geïnspireerd. In ieder geval vormt de galerij onweerlegbaar een hoogtepunt in de nationale ontwikkeling van de tuinkunst. De Schelpengalerij is uitbundig gedecoreerd met schelpen, marmer, gekleurde steensoorten en bergkristal. Hierdoor ontstaat een delicaat kleurengamma van zachte aan elkaar in toon verwante, maar in coloriet verschillende kleuren. Alleen aan schelpen zijn er al zestien verscheidene soorten verwerkt. Veel van de schelpen werden uit overzeese gebiedsdelen aangevoerd. De grote rozen, die in de voorstellingen te herkennen zijn, duiden op de naam van het kasteel. Het middelpunt van de galerij is de sierlijke waterval, die tezamen met twee vleugels een uitgerekte "U-vorm" heeft, een Marotesque gegeven. Voornaam element in de compositie is de verhouding natuur en ontwerp. De vorm van de galerij is bedacht en staat haaks op de natuurlijke omgeving. Om toch aansluiting bij deze omgeving te bewerkstelligen, heeft de kunstenaar natuurlijke materialen genomen en deze in vaak florale vormen decoratief opgebracht, aldus een ambivalente maar toch compositorische eenheid afleverend, waarin kleur, toon, natuur en ontwerp elkaar in meer dan een opzicht ondersteunen en versterken. Het spuitende en klaterende water, dat zich zowel in opwaartse als neerwaartse richting beweegt, draagt in niet onbelangrijke mate bij tot de beleving van het kunstwerk. Onderde nog enkele in Nederland bewaard gebleven schelpengalerijen en schelpengrotten is deze van het meest aanzienlijk belang en vindt haar weerga niet in grootte en architectonische uitwerking.

Omschrijving van Kasteel Rosendael

Omschrijving onderdeel 1

HOOFDGEBOUW KASTEEL ROSENDAEL 18de-eeuws classicistisch HOOFDGEBOUW met middeleeuwse restanten; aan de zuid-westzijde van het huis en aan de noordkant een 18de-eeuwse zijvleugel met 19de-eeuwse veranda, koetshuis en stal. Huis op ogenschijnlijk vierkante grondslag, bestaande uit souterrain, hoofdverdieping, eerste verdieping, lage tweede verdieping en zolder. Opgetrokken in rode baksteen, waarin verschillende bouwfasen zich duidelijk aftekenen. Boven de getande kroonlijst een omgaand zadeldak bedekt met blauwgrijze leien waarop vijf rechthoekige bakstenen schoorstenen. De voorgevel heeft een representatief, classicistisch uiterlijk door het driehoekig fronton op de kroonlijst en de neoclassicistische (Lodewijk XIV) omlijsting van de centraal gelegen deur en het raam op de eerste verdieping. De voor- en zuidelijke zijgevel vertonen een regelmatige travee-indeling van vijf vensters geflankeerd door, met uitzondering van de kelderverdieping, persiennes. De vensters worden ontlast door 17de-eeuwse korfbogen, waarvan die op de tweede verdieping door de 18de-eeuwse kroonlijst gedeeltelijk worden bedekt. Beide vleugels verschillen hierin dat de vensters van het souterrain aan de voorzijde voorzien zijn van traliewerk en in de zijvleugel van schuiframen met houten roeden (5x3+2). Op de hoofdverdieping en eerste verdieping van beiden vleugels schuifvensters (2x3+1), op de lagere tweede verdieping kruisramen en in de dakkapellen draairamen (2x2). De achter- en noordelijke zijvleugel kennen een andere indeling. Van de noordelijke zijvleugel zijn door het lager aangebouwde deel slechts de vijf vensters van de lagere tweede verdieping zichtbaar. De achtervleugel van het huis vertoont een geheel andere opbouw. Hier is te zien dat het huis geen kubusvormig bouwblok vormt, maar aan deze zijde een L-vorm heeft, doordat hier het 17de-eeuwse verbindingsdeel tussen huis en donjon niet in het bouwblok opgenomen is. Het verbindingsdeel is drie traveeën breed, waarvan de vensters van alle bouwlagen in het midden breder zijn dan de buitenste vensters door de hier achter gelegen diensttrap. De achtervleugel van het huis laat een onregelmatige travee-indeling zien, zoals een deur uiterst links in het souterrain en het raam dat de vensters aan de linkerkant op de begane grond en eerste verdieping verbindt. Op de kroonlijst een dakkapel met gebogen fronton, klauwstukken en hijsbalk. Op de begane grond bevindt zich in het midden de uit 1840 daterende hardstenen trap met acht treden, die op het bordes geflankeerd wordt door uit natuursteen gehouwen leeuwen, liggend op rechthoekige sokkels. Aan weerszijden van de onderste trede twee lantaarnpalen op natuurstenen sokkels. De dubbele houten deur, gedecoreerd met ingelegde motieven en traliewerk en voorzien van een bovenlicht, wordt omlijst door twee wit geschilderde pilasters en een kroonlijst. Hierop steunen twee voluten die samen met het gebogen fronton de decoratieve Lodewijk XIV-omlijsting van het middelste venster van de eerste verdieping vormen. Het getande driehoekig fronton bezit een rond venster met bloemmotief. Op de zuidoosthoek van de voorgevel is een gevelsteen ingemetseld uit 1616 met de tekst Tandem e spinis rosa (uiteindelijk groeit uit de doornen een roos). Deze steen was oorspronkelijk door Dirck van Dorth boven de ingang van het tweebeukige huis geplaatst.

DONJON die de middeleeuwse ontstaansgeschiedenis van Rosendael tot uitdrukking brengt en frontaal gezien met de lichtkoepel boven het dak van het huis oprijst en aan de oostzijde als ronde uitstulping van het huis zichtbaar is. De donjon, opgebouwd na een brand in 1412 op de oude 14de-eeuwse grondslag, heeft een hoogte van negentien meter, een diameter van zestien meter en muren van 2.60 tot vier meter dikte. In 1988 werd de toren geheel gerestaureerd. In de uit lichtrode bakstenen opgebouwde buitenmuur van de toren zijn de sporen uit verschillende bouwfasen afgetekend. De vensters zijn ongelijkmatig over het muurvlak verdeeld. Het souterrain bevat twee kleine vensters met traliewerk, de begane grond drie schuiframen met roeden (3x4+3) en de hoofdverdieping schuiframen (3x4+3) met groene persiennes. Het schuin oplopende dak, gedekt met blauwgrijze leien, wordt afgesloten door een geschilderde balustrade waarin de lichtkoepel geplaatst is. Deze bestaat uit een achthoekige opbouw met meerruitige vensters en een met blauwgrijze leien bedekte koepel met windwijzer. Aan de noordzijde bevindt zich een zeshoekige bakstenen schoorsteen en een kleine dakkapel. Halverwege de toren is aan de noordwestzijde de aanzet tot de middeleeuwse weermuur zichtbaar waarin zich thans nog het "gemak" bevindt.

AANBOUW aan de noordkant van het huis. De zijvleugel uit omstreeks 1760 vormt het lagere verbindingsdeel tussen huis en koetshuis en bestaat uit een kelder en hoofdverdieping. De gepleisterde gevel met drie vensters met draairamen (2x3+1) wordt afgesloten door een getande witte lijst en een met blauwgrijze leien gedekt zuid-noord lopend zadeldak dat boven het koetshuis en de stal doorloopt. De gietijzeren veranda werd in 1860-1861 door L.H. Eberson aangebouwd en in 1987 gerestaureerd. De schuin lopende glazen houten overkapping van deze veranda wordt gedragen door zeven gietijzeren kolommen welke verbonden worden door sierlijk gietijzerwerk langs de benedenrand van de kap. De balustrade wordt onderbroken door een trap van zes treden. Beneden de veranda zijn vier kelderlichten zichtbaar en uiterst links een deur met traliewerk. Het koetshuis en de stal die aan de noordkant van de zijvleugel aansluiten, springen ten opzichte van het huis en het tussengedeelte naar voren. Deze aanbouw dateert uit 1841-1842 en bestaat uit een begane grond en eerste verdieping. Zij is opgetrokken in rode baksteen en wordt afgesloten door de getande lijst en schuin lopend dak met blauwe leien. De gevel is drie traveeën breed met op de begane grond vensters met draairamen (2x3+1) met ontlastingsbogen en centraal een brede ingang met monumentale omlijsting en staldeuren met ruitvormig motief. De eerste verdieping heeft drie kruisramen. Op het dak staat een neogotisch klokkentorentje op rechthoekige basis, gedecoreerd met Korinthische pilasters en sierlijk houtsnijwerk en bekroond door een met leien bedekte spits. Deze klokkentoren bevat een luiklok uit 1725. De in de eerste vijver gelegen achtergevel van de aanbouw is zeven traveeën breed. Op de begane grond zijn kleine vensters met schuiframen (5x3+2) aangebracht en op de eerste verdieping grotere vensters met eveneens schuiframen (2x3+1) voorzien van persiennes. Het middelste venster van de eerste verdieping is voorzien van een laag gietijzeren balkon, gesteund door houten stutten. In het metselwerk van de gevel zijn sporen van oude bouwfasen zichtbaar, waaronder een aantal dichtgemetselde vensters. Tussen de vensteropeningen bevinden zich muurankers.

In het INTERIEUR van het huis zijn onder meer van belang:

- de eikenhouten lambrisering uit de 18de eeuw (deels in de 19de eeuw gewijzigd) van de eerste salon en de eetkamer;

- de 18de-eeuwse dubbele deuren tussen de tweede salon en eetkamer;

- het plafond van de zitkamer en de Keppelskamer op de eerste verdieping, overgebleven van de constructie van het tweebeukige huis uit 1616

- twee schoorstenen betimmeringen, enkele deuren en twee bedsteden uit de 18de eeuw op de tweede verdieping;

- schouw, hardstenen aanrecht, stenen spoelbakken, keukenkast met glazen deuren en de plavuizen uit de 18de eeuw in de keuken in het souterrain.

In het INTERIEUR van de donjon zijn onder meer van belang:

- marmeren hoekfontein met cascade in de torenzaal uit omstreeks 1730 door de beeldhouwer Ignatius van Logteren;

- houten hoekbuffet met beschilderde marmerimitatie in de torenzaal uit omstreeks 1730;

- siertegels uit omstreeks 1700 aan de wanden van de muurtrap tussen de eerste verdieping van het huis en de bibliotheek van de donjon.

In het INTERIEUR van de aanbouw zijn onder meer van belang:

- tien paardenboxen, daterend uit 1842

Waardering

Het KASTEEL ROSENDAEL, onderdeel van de historische buitenplaats Rosendael, is in cultuurhistorisch opzicht van algemeen belang:

- wegens de ouderdom;

- wegens de architectonische vormgeving;

- wegens de gaafheid van het exterieur;

- wegens de gaaf bewaard gebleven inwendige plattegrond en indeling van de binnenruimten;

- wegens enkele bewaard gebleven vaste onderdelen van het interieur;

- wegens de kenmerkende ligging in de bijzondere landschappelijke parkaanleg.

Tags: kastelen, landh. ed.,kasteel,kasteel, buitenplaats,...

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)

directions_car Route naar Kasteel Rosendael
location_on Monumenten Kaart rond Rozendaal

Recensies (0)

Geen recensies gevonden. Voeg als eerste toe!

In de buurt