Dubbel woonhuis in de stijl van de neo-renaissance met sterk Duitse inslag, naar een ontwerp van de Duitse architecten in Amsterdam
Omschrijving van Dubbel woonhuis in de stijl van de neo-renaissance met sterk Duitse inslag, naar een ontwerp van de Duitse architecten
Inleiding
Dubbel WOONHUIS in de stijl van de Neo-Renaissance met sterk Duitse inslag, naar een ontwerp van de Duitse architecten J.F. Henkenhaf en F. Ebert. Nummer 33 is ontstaan in de jaren 1883-1885, nummer 34 is in de jaren 1886-1887 aangebouwd. De opdrachtgevers waren repectievelijk de hotelier A.W. Krasnapolsky (ook betrokken bij de bouw van de IJsbreker op de Weesperzijde) en C. van der Bijl. In dezelfde periode werkten Henkenhaf en Ebert aan het Kurhaus te Scheveningen en het Victoriahotel te Amsterdam.
Het pand nummer 34 heeft een moderne dakkapel.
Omschrijving
Dubbel hoekhuis in twee fasen opgetrokken in oranje/gele verblendstenen kruisverband, over drie bouwlagen, souterrain, bel-etage en verdieping, onder een afgeplat schild- (nr. 33) respectievelijk zadeldak (nr. 34). Nummer 33 heeft leien in Maasdekking en een zinken bekleding van de arkel. De horizontale geleding loopt om de hoek (Ruyschstraat) door naar de achtergevel van nummer 33. De woonhuizen, op plattegronden van afgeschuinde rechthoeken, hebben gevelbreedtes van respectievelijk 12 meter (nr. 33) en 7 (nr. 34) meter.
De voorgevel van het ensemble heeft op de hoeken arkels, respectievelijk een ronde en een rechthoekige, onder naaldspitsen. Hiertussen bevindt zich een risaliet met hoog opgetrokken trapgevel voor een steekkap. Het metselwerk wordt verlevendigd door sierbanden (speklagen). De meeste ornamenten zijn van pleister of (kunst)steen. Het basement met daarin het souterrain is in gebouchardeerd blokverband vormgegeven, de deuromlijstingen met diamantkoppen. In het souterrain bevinden zich eenvoudige vensters, op dezelfde wijze gepositioneerd als de vensters op de bel-etage en de verdieping. Voorts heeft nummer 34 twee smalle vensters Het basement wordt afgesloten door een zware, halfrond geprofileerde lijst. De entree van nummer 33, op de afgeschuinde hoek van de Ruyschstraat heeft een driehoekig fronton met daarin een in rolwerk gevatte vrouwenkop en daaronder dezelfde omlijsting als nummer 34. De entree van nummer 34 heeft in de paneeldeur twee Ionische zuilen onder een geschubt spiegelgewelf, een stenen bovenlicht met decoratieve, houten middenstijl en eenvoudig glas-in-lood. Aan weerszijden van de entree staan op het basement geschubde lisenen die een door consoles gedragen latei ondersteunen. Hierboven bevinden zich weer consoles en een latei met daarboven een rondboogvenster met figuratief glas-in-lood. De omlijsting van dit venster heeft klauwstukken met rolwerk en ondersteunt de kuip van de erker. De entree is in een stenen blokverband geplaatst. Op de bel-etage bevinden zich rondboogramen met, behalve in het meest linkse raam, in de omlijsting blokken en sluit- en aanzetstenen, op dezelfde hoogte als de sierbanden. De sluitsteen is een voluutvormige console. De twee rondboogramen op nummer 34 zijn gekoppeld. De stenen lekdorpels rusten op eenvoudige consoles. De drie gekoppelde rondboogramen op nummer 33, in een gepleisterd veld, hebben als middenstijlen tapse pilasters met Ionische kapitelen. In de gebouchardeerde, ingezwenkte spaarvelden van de borstwering bevinden zich diamantkoppen. De sluitstenen lopen door in de leeuwenkoppen van de balkonconsoles. Het rondboograam links is op dezelfde manier gedetailleerd als de gekoppelde rondboogramen. Tussen de bel-etage en de verdieping loopt een waterlijst, die zich doorzet over de zijgevel van nummer 33.
De vensters op de verdieping zijn rechtgesloten. In het fries bevinden zich smeedijzeren gekrulde muurankers. Deze lopen ook door over de zij- en achtergevel. De rechthoekige arkel rechts, met een dubbele kuip, heeft in de borstwering een spaarveld met diamantkop en een gecanneleerde pilasteromlijsting met eierlijst en diamantkoppen. Eenzelfde pilaster bevindt zich tussen de gekoppelde vensters op het balkon op nummer 34. De pilasters lopen door in het fries dat als metopen portretten in mozaïekmedaillons heeft (ook in de arkel). In de risaliet bevindt zich boven de gekoppelde balkondeuren een in mozaïek uitgevoerde zonnewijzer en in de medaillons aan weerszijden het bouwjaar. Het meest linker venster heeft analoog aan de rondboogramen op de bel-etage blokken in de rechte strek. De ronde arkel heeft een ingezwenkte kuip op een console en in de borstwering consoles tussen diamantkoppen. De pilasters, dezelfde als in de andere erker, lopen door in het fries waarin medaillons met mozaïekportretten zijn opgenomen. Boven de geprofileerde kroonlijst heeft de rechter arkel dubbele rondboogvensters en een overhoeks gekorniste lijst onder de vierkante naaldspits. De trapgevel heeft drie gekoppelde rondboogramen, een uilegat, een toppilaster en bovenop de hoogste van de met platen afgedekte trappen, een bolornament. De ronde arkel heeft geschubde pilasters tussen de rondboogvensters, triglyfen en een veelhoekige kroonlijst onder een met zink gedekte, ronde naaldspits met in de top een ornament waar twee stenen katjes naartoe kruipen. De dakkapel links heeft een pilasterstelling en een kleine vierkante naaldspits. De zijgevel heeft een middenrisaliet met op de hoogte van de bel-etage twee keer drie gekoppelde kleine rondboogvensters. In het basement bevinden zich een venster en een smalle lichtsleuf. Op de verdieping van de risaliet bevindt zich een rechtgesloten venster als in de voorgevel links, maar met rondboog roedenverdeling. Aan weerszijden van de risaliet bevinden zich dezelfde vensters als op de bel-etage en de verdieping links in de voorgevel. De centrale, brede dakkapel heeft een driehoekig fronton met klauwstukken. Aan weerszijden zijn dakkapellen als aan de voorzijde geplaatst. De achtergevel is eenvoudiger vormgegeven, waarbij nummer 34 gepleisterd is en andere vensters heeft. In de risaliet van nummer 33 bevindt zich op de bel-etage een kozijn, van twee smallere vensters gescheiden door smalle penanten, de segmentbogen met stenen aanzetstenen, gekoppeld door een doorlopende sierband. Deze loopt door de sluitstenen van de twee rondboogvensters rechts. Op de verdieping zowel in de risaliet als daarnaast bevinden zich twee getoogde kozijnen met stenen aanzet- en sluitstenen met een in een sierband doorlopende bovendorpel. In de kap bevinden zich twee dakkapellen met voluutvormige klauwstukken en rondboog frontons.
Waardering
Ensemble van twee herenhuizen aan de Weesperzijde uit 1883-1887 is van algemeen belang vanwege de cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf en karakteristiek voorbeeld van, door particuliere opdrachtgevers ontwikkelde, rijk gedetailleerde, neo-renaissance woonhuizen voor de gegoede stand alsmede vanwege de plaats in het oeuvre van de architecten Henkenhaf en Ebert. De woonhuizen zijn stedenbouwkundig van algemeen belang wegens ensemblewaarde als beeldbepalend onderdeel van het laat negentiende-eeuwse rivierfront aan de oostzijde van de Amstel.
Tags: gebouwen, woonhuizen,woonhuis,woonhuis,woningen en woningbcomplx
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
-
Bouwblok van drie herenhuizen Weesperzijde 32A, Amsterdam
-
Ensemble van drie herenhuizen Weesperzijde 29, Amsterdam
-
In de straatwand opgenomen herenhuis in eclectische trant Weesperzijde 28, Amsterdam
-
Herenhuis met tuinhuis Weesperzijde 26, Amsterdam
-
In de straatwand opgenomen herenhuis in eclectische trant gebouwd Weesperzijde 25, Amsterdam
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Amsterdam (Noord Holland)