Omschrijving van Baljuwhuis, koetshuis en muur

Omschrijving

ENSEMBLE van KOETSHUIS en MUUR behorende tot de buitenplaats BALJUWHUIS. Ten noordwesten van het hoofdgebouw ligt het voormalige koetshuis. De gevels van de beide gebouwen liggen op één lijn aan de straat en worden onderling verbonden door een muur. Het koetshuis is gebouwd op rechthoekige grondslag en opgetrokken uit rode baksteen. Het bestaat uit één bouwlaag en een zolder onder een met gesmoorde Hollandse pannen gedekt zadeldak. Oorspronkelijk bevond zich aan de voorzijde het koetsgedeelte (thans garage), aansluitend de stal en aan de achterzijde aanvankelijk een 'kookkeuken' en later een koetsierswoning. Deze functieverdeling is zowel in- als uitwendig nog herkenbaar. In de klokgevel aan het Plein centraal twee dubbele inrijdeuren, daarboven een dubbel hijsluik met meerruitsbovenlicht. In de oostelijke zijgevel drie dubbele openslaande vensters met kleine roedenverdeling (waarvan er één deels verdwenen is als gevolg van een latere aanbouw tussen het huis en het koetshuis) en twee eenvoudige toegangsdeuren met meerruitsbovenlicht. In de puntgevel aan de achterzijde een excentrisch geplaatste toegangsdeur en rechts daarvan twee houten kruiskozijnen, voorzien van meerruitsvensters en halve luiken. In de top een venster als op de begane grond. Aan de westzijde sluit een belendend pand aan. Tussen hoofdgebouw en koetshuis een van rode baksteen gemetselde tuinmuur, die door onregelmatig geplaatste liseenvormige steunberen geleed wordt. Op de muur een bakstenen rollaag. In het westelijk deel een eenvoudige getoogde deur. De muur vormt tegenwoordig de buitengevel van een 20ste eeuwse aanbouw tussen het hoofdgebouw en het koetshuis. Het koetshuis is enkele jaren ouder dan het hoofdgebouw, het dateert uit 1730. De verbindende muur kwam vermoedelijk tussen 1730 en 1745 tot stand. Inwendig in het middendeel een klinkerbestrating, balkenplafond en paardenboxen uit de tweede helft van de 19de eeuw. De boxen worden van de ruimte afgeschoten door manshoge wanden: onder hout en boven een gietijzeren traliewerk. Langs de wanden een houten lambrizering die aansluit op bovengenoemde schotten met daarboven een strook witte tegels; tegen de oostelijke wand een kraan met hardstenen afvoerbak. In de voormalige koetsierswoning een balkenplafond, eenvoudige stookplaats (west) en twee voormalige bedsteden (noord). In de noordwand een toegang tot de kelder en een hardstenen gootsteen.

Het ENSEMBLE van KOETSHUIS en TUINMUUR behorende tot de buitenplaats BALJUWHUIS is van algemeen belang:

- Vanwege de ouderdom;

- Vanwege de eenvoudige, harmonieuze en doelmatige vormgeving;

- Vanwege de karakteristieke situering aan de straat, waarbij de voorgevels van het hoofdgebouw en het koetshuis een gesloten front vormen dankzij een verbindende muur;

- Vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Tags: gebouwen, woonhuizen,bijgebouwen kastelen enz.,...

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)