Duinauwe Landhuis Duinauwe in Wassenaar
Omschrijving van Duinauwe Landhuis Duinauwe
Inleiding complexonderdeel 1
WOONHUIS van het type landhuis, genaamd 'Duinauwe', is in 1911 ontworpen door de architect A. Broese van Groenou in de traditie van de Nieuw Historiserende stijl met Elementen van de Engelse Landhuisstijl. Vanaf de jaren '50 tot 1992 is 'Duinauwe' in gebruik geweest als klooster. Daarna heeft het, na een algehele restauratie, zijn oorspronkelijke woonfunctie teruggekregen. Hierbij is, behoudens enkele toevoegingen, de oorspronkelijke indeling en detaillering grotendeels gehandhaafd. Conform het oorspronkelijke ontwerp van 1911 is het noordoostelijke paviljoen omstreeks 1994 vervangen door een serre. Hierdoor is de oorspronkelijke symmetrie van de voorgevel hersteld.
Omschrijving
Vrijstaand, onderkelderd, pand met een samengestelde plattegrond, bestaat uit twee bouwlagen onder een fors schilddak met steekkappen en Maastrichtse goot. Het dak met rode verbeterde Hollandse pannen, heeft een drietal schoorstenen met ijzeren windkappen, waarvan twee op de nokhoeken. De steekkappen hebben nokpirons. De houten goten rusten op gootklossen. Het hoofddak heeft aan voor- en zijkanten twee aangekapte dakkapellen met driedelige raampartijen. De steekkappen hebben aan de voorzijde driehoekige dakvensters onder steekkapjes, voorzien van een raam met rondbogige roedenverdeling. Ook het hoofddak heeft op vlieringhoogte een vergelijkbare dakkapel.
De gevels zijn uit grauwe baksteen (kruisverband) opgetrokken, waarbij de verdieping is voorzien van wit geschilderd ruw pleisterwerk. De begane grond wordt afgesloten door een uitkragend gemetseld fries met bloktandmotief. Zandsteen is gebruikt bij de consoles van het balkon en de entreepartij, die uitgevoerd zijn met geprofileerde pijlers en pilasters. De enkele en samengestelde venster- en deurpartijen hebben lekdorpels van groen geglazuurde steen en worden afgesloten door een rollaag, deels boven een blank gelakte houten latei. Bij de in roeden onderverdeelde ramen met openslaande benedenramen en bovenlichten, zijn met name de bovenlichten en de raampartij van het trappenhuis voorzien van gekleurd glas-in-lood.
Van de linker zijgevel (zuidwest) heeft het rechter deel op de begane grond een rechthoekige erker. Rechts bevindt zich een terugliggend geveldeel met een diep entreeportiek, voorzien van klinkerbestrating in vlechtpatroon, die aan de noordwestzijde wordt afgesloten door een opengewerkt muurtje met zandstenen dekplaten. Het vierhoekige aan twee zijden open portiekgedeelte bestaat uit twee tegen de gevel geplaatste zandstenen halfzuilen met daartegenover twee, op een postament geplaatste zandstenen zuilen. De schachten met entasis dragen decoratief gevormde kapitelen, die zwikvormige consoles dragen, waarop een latei rust. Op deze met schelpmotief uitgevoerde latei rusten de decoratieve pijlers van drie bakstenen halfronde openingen. Onder een natuurstenen latei met consoles bevindt zich de hardhouten, gesneden entreedeur met glas-in-lood spieraam en zijlichten, gevuld met glas-in-lood. Ook het bovenlicht is voorzien van glas-in-lood.
De symmetrisch opgezette voorgevel (zuidoost) heeft twee hoekrisalieten met een terugliggend middendeel, dat op de verdieping een uitspringend balkon heeft. Op de begane grond hebben de risalieten beglaasde dubbele terrasdeuren met roedenverdeelde zij- en bovenlichten. De deurpartij in het midden is vergelijkbaar van opzet, maar beslaat vrijwel de hele gevel. Op de verdieping hebben de hoekrisalieten driedelige raampartijen en is de balkonpartij vergelijkbaar met die van de hoekrisalieten op de begane grond. Het balkon met gemetselde, op consoles rustende zijkanten, heeft een houten balustrade, die rust op een houten latei met twee zware tussenbalken.
De rechter zijgevel (noordoost) is een langsgevel met vijf smalle keukenvensters. Op de verdieping zijn in totaal vier vensters geplaatst met rechts daarvan een open klokkestoel.
De achtergevel (noordwest) heeft een onregelmatige gevelindeling en bevat verschillende venstertypen. Links bevindt zich een risalerend geveldeel met op de begane grond de rechthoekige erker van de keuken onder een met pannen gedekt lessenaarsdak. Rechts daarvan is tegen het terugliggende geveldeel een éénlaags bijkeuken geplaatst onder een met pannen gedekt lessenaarsdak. In het midden een nevenentree, een vierruits deur met vierruitszijlichten, bereikbaar via een gemetselde trap met keermuurtjes. Erboven bevinden zich een groot en klein venster van het trappenhuis.
INTERIEUR. De plattegrond en indeling van het vrij rijk uitgevoerde interieur, eveneens in de traditie van de Nieuw Historiserende stijl met daarbij gevoegd elementen van de Engelse Landhuisstijl, is grotendeels gaaf bewaard gebleven. Engelse invloeden hebben vooral betrekking op de plattegrondindeling met als centraal element de 'hall', waarom heen de diverse ruimten zijn gegroepeerd: aan weerszijden de huiskamer en eetkamer met aan de achterzijde de keuken en de dienstvertrekken. De meeste ruimten hebben vrij sobere stucplafonds met profiellijsten. De openslaande, danwel schuivende paneeldeuren hebben hun oorspronkelijke omlijsting en zijn deels voorzien van (gefacetteerde) ruitjes. Enkele deuren naar representatieve ruimten, zoals de hall hebben binnen een zware omlijsting gebrandschilderde glas-in-lood zij- en/of bovenlichten. De hal is uitgevoerd met een zoldering van kinderbalken met zware moerbalken, rustend op met snijwerk uitgevoerde consoles. Langs de wanden zijn houten lambriseringen met panelen aangebracht. Een trap voert naar het met bordessen uitgevoerde trappenhuis. Andere oorspronkelijke onderdelen zijn ondermeer de verwarmingskasten om de radiatoren, diverse ingebouwde kasten met beglaasde deuren en enkele schouwen. De keuken en dienkamer hebben de oorspronkelijke buffetkasten, deels met deuren met ruitjes. De schouw in de keuken is uitgevoerd met geklonken ijzeren platen, rustend op gebogen steunen. Op de verdieping is de oorspronkelijke indeling met diverse slaapvertrekken vrijwel gehandhaafd. Bij het trappenhuis getoogde doorgangen naar de gangen die leiden naar de diverse vertrekken. Ook hier is de indeling grotendeels gehandhaafd.
Waardering
Het uit 1911 daterende landhuis 'Duinauwe', hoofdonderdeel van het gelijknamige complex, is van algemeen belang:
- vanwege de cultuurhistorische waarde, als representatief voorbeeld van een landhuis uit de eerste fase in de ontwikkeling van Wassenaar tot villadorp uit het begin van de 20ste eeuw, welke door huis- en parkaanleg het karakter heeft van een historische buitenplaats;
- vanwege de architectuurhistorische waarde, als een voor de bouwtijd kenmerkend voorbeeld van een landhuis in de trant van de Nieuw Historiserende stijl met elementen van de Engelse Landhuisstijl uit het begin van de 20ste eeuw en als een karakteristiek voorbeeld uit het oeuvre van de Haagse architect A. Broese van Groenou.
Het pand is gaaf in hoofdvorm, materiaalgebruik en detaillering, zowel wat het exterieur als het interieur betreft.
Tevens heeft het pand ensemblewaarde met de omringende tuinaanleg en als beeldbepalend onderdeel van met grote landhuizen verkavelde voormalige historische buitenplaats Wildrust.
Tags: kastelen, landh. ed.,landhuis,kasteel, buitenplaats,...
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Duinauwe Landhuis Duinauwe Groot Haesebroekseweg 12, Wassenaar
- Duinauwe, pergola Groot Haesebroekseweg 12, Wassenaar
- De Vrije Blick: koetshuis Hertelaan 15, Wassenaar
- De Vrije Blick: toegangshek Hertelaan 11, Wassenaar
- De Vrije Blick: portierswoning Hertelaan 11, Wassenaar
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Wassenaar (Zuid Holland)