Loge St. Lodewijk in Nijmegen
Omschrijving van Loge St. Lodewijk
Inleiding
De LOGE SINT LODEWIJK, centrum van de VRIJMETSELARIJ met BEHEERDERSWONING en HEKWERK is gebouwd in 1898 in neorenaissance-stijl. In Nijmegen is de vrijmetselarij ca. 1750 opgericht door de gouverneur van het garnizoen, Ludwig Friedrich van Saksen-Hildburghausen, die ook de loge haar naam gaf. De eerste loge werd opgeheven in 1774. De tweede loge werd opgericht in 1785 en ging met de komst van de Fransen in 1795 ter ziele. De derde loge Sint Lodewijk tenslotte werd in 1843 opgericht en vergaderde in verschillende sociëteiten in de stad totdat in 1899 het gebouw aan de Waldeck Pyrmontsingel werd geopend.
In het rondvenster van de topgevel zijn in glas-in-lood de zinnebeelden van de vrijmetselarij afgebeeld, een winkelhaak en een passer in een vijfpuntige ster. De grote zaal op de eerste verdieping was de Tempel. Aankleding en inventaris zijn niet meer aanwezig. Enkel het oorspronkelijke hemelsblauwe met gouden sterren beschilderde koofgewelf is onder het verlaagde systeemplafond bewaard gebleven.
Via een met een poortje afgesloten smalle doorgang rechts van de beheerderswoning is de achtertuin bereikbaar. De bestrate voortuin wordt van het trottoir gescheiden door een smeedijzeren hekwerk met een gemetselde voetmuur en hekposten. De twee dubbele draaihekken zijn niet meer aanwezig. De loge is gelegen in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de in 1896 aangelegde Waldeck Pyrmontsingel, die deel uit maakt van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan, dat is ontwikkeld na de afbraak van vestingwerken.
Omschrijving
De LOGE heeft een rechthoekig grondplan met ter rechterzijde een rechthoekige uitbouw (de beheerderswoning). De loge telt twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een plat dak, dat aan de straatzijde is voorzien van een dakschild. Het dakschild is gedekt met leien in maasdekking en heeft twee bewerkte houten dakkapellen met geknikte puntdaken, die zijn voorzien van leien in maasdekking en pironnen. De beheerderswoning heeft twee bouwlagen onder een plat dak.
De loge en de woning zijn opgetrokken uit rode baksteen, gemetseld in kruisverband. De zijgevel en de achtergevel van loge en woning zijn gepleisterd. De beheerderswoning, die iets terug ligt ten opzichte van de loge, is vanwege een geringere verdiepingshoogte en het ontbreken van een zolderverdieping, een stuk lager dan de loge.
De VOORGEVEL van de loge is symmetrisch ingedeeld en telt drie traveeën, waarvan het accent sterk op de middentravee ligt, die is uitgevoerd als risaliet. De risaliet heeft een monumentale ingangspartij, daarboven een hoog rondboogspaarveld met rondboogvenster en rond venster. De risaliet wordt afgesloten met een zijwaarts uitkragende trapgevel, die is versierd met een overhoekse pinakel, bekroond met geornamenteerde smeedijzeren bekroning. De twee andere traveeën hebben rondboogspaarvelden tussen vanaf de eerste bouwlaag uitkragende lisenen.
De asymmetrisch ingedeelde voorgevel van de beheerderswoning heeft twee traveeën.
De voorgevel van de loge en de beheerderswoning hebben een verhoogde deels hardstenen plint, afgesloten met een hardstenen waterlijst. De gevels worden horizontaal geleed door witgepleisterde speklagen. De scheiding tussen de verdiepingen is aangegeven door middel van een brede band met metselmozaïek van baksteen en zwarte verblendsteen, die bij de beheerderswoning is gevat tussen twee hardstenen waterlijsten. De begrenzingen van lisenen, spaarvelden, deuropeningen en vensterbogen zijn uitgevoerd in profielstenen van rode verblendsteen, waarbij deels ook zwarte verblendsteen is gebruikt. Verder zijn er accenten in de vorm van witgepleisterde blokken, kraagstenen en geboorte- en sluitstenen. De voorgevel van de loge wordt afgesloten met een hoofdgestel, dat bestaat uit een architraaflijst, een fries van metselmozaïek met gepleisterde consoles en een geprofileerde kroonlijst. De voorgevel van de woning wordt afgesloten met een gepleisterde architraaflijst, een fries van rode verblendsteen met kraagsteentjes, een rij leien in Rijndekking en een geprofileerde lijst. Op de hoek van de gevel bevindt zich een uitkragend, getrapt bakstenen element, dat met hardstenen platen is afgedekt.
De voorgevel van de loge heeft in het midden een monumentale ingangspartij, die bestaat uit een dubbele paneeldeur met rondboogbovenlicht in een gepleisterde omlijsting van een rondboog tussen ionische pilasters, afgesloten met een hoofdgestel en bekroond met een fronton. De ingangspartij wordt aan weerszijden geflankeerd door een rondboogvenster met stolpraam en bovenlicht, waarvan de lekdorpel is opgenomen in de waterlijst. In de tweede bouwlaag bevinden zich drie rondboogvensters met hardstenen lekdorpels en nieuwe ramen. In de trapgevel bevindt zich een rond venster met geel en blauw glas-in-lood. Tegen een gele achtergrond bevindt zich een blauwe vijfpuntige ster met een ingeschreven pentagram, waarin een passer en een winkelhaak zijn aangebracht.
De voorgevel van de beheerderswoning heeft links een paneeldeur met bovenlicht en rechts een venster met T-schuifraam. Deur en venster worden afgesloten met een geprofileerde, gepleisterde bovendorpel en een segmentboog van rode verblendsteen. De boogtrommels zijn voorzien van metselmozaïek. in de tweede bouwlaag bevinden zich twee getoogde vensters met gewijzigde ramen en bovenlichten.
De rechter ZIJGEVEL van de loge is witgepleisterd en voorzien van gewijzigde of later aangebrachte vensters. De rechter zijgevel van de woning heeft een getoogd venster met gewijzigd raam. De gevels worden afgesloten met een geprofileerde houten lijst.
De ACHTERGEVEL van de loge is voorzien van een eenlaags uitbouw en gewijzigde of later aangebrachte vensters. De achtergevel van de woning heeft een achterdeur met bovenlicht, geflankeerd door een venster met T-schuifraam en daarboven een venster met gewijzigd raam. De gevels worden afgesloten met een geprofileerde houten lijst.
De indeling van het INTERIEUR is deels bewaard gebleven. ook zijn nog enkele oorspronkelijke interieurelementen aanwezig. Vestibule en hal hebben geornamenteerde stucplafonds en zwart-witte tegelvloeren van marmer en hardsteen. De vestibule heeft stucpanelen met rozetten op de wanden. De drie trappen hebben geornamenteerde houten trappalen en houten of gietijzeren spijlen. Op de eerste verdieping is een ovale hal met stucplafond en veelruits bovenlicht met geel glas. Hier geeft een brede opening met twee treden toegang tot de tempel. Onder het verlaagd plafond is het oorspronkelijke diepblauwe koofgewelf met gouden vijfpuntige sterren aanwezig. In het midden is een grote metalen vijfpuntige ster bevestigd. Rondom bevindt zich een polychrome kooflijst en een gestucte band met Egyptische motieven. Verder zijn paneeldeuren in geprofileerde omlijstingen bewaard gebleven. Het interieur van de beheerderswoning is geheel gemoderniseerd.
Tussen de rechter zijgevel en het buurpand bevindt zich een houten poortje onder een met lood afgedekt afdakje, waarboven een geornamenteerd smeedijzeren hekje is geplaatst.
Het HEKWERK bestaat uit gemetselde hekposten en voetmuurtjes met smeedijzeren hekwerken van deels getordeerde spijlen met pijlpunten. De hekposten hebben een basis van zwarte verblendsteen en hardsteen en een puntvormige bekroning van hardsteen. De voetmuurtjes zijn afgedekt met zwarte verblendsteen.
Waardering
VRIJMETSELAARSLOGE met BEHEERDERSWONING en HEKWERK uit 1898.
- Van architectuurhistorische waarde als een goed voorbeeld van een vrijmetselaarsloge in neorenaissance-stijl met esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals goede verhoudingen, een bijzondere ornamentatie en enkele kenmerkende ex- en interieurelementen zoals resp. het ronde glas-in-lood raam en het beschilderde koofgewelf.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de ligging in de aaneengesloten zuidelijke gevelwand van de in 1896 aangelegde Waldeck Pyrmontsingel, die deel uit maakt van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan, dat is ontwikkeld na de afbraak van vestingwerken. Het pand ligt binnen het beschermd stadsgezicht.
- Van cultuurhistorische waarde vanwege de bestemming en het uiterlijk welke verbonden is met een culturele ontwikkeling namelijk het oprichten en bouwen van vrijmetselaarsloges door de maatschappelijke elite.
Tags: gebouwen, woonhuizen,logegebouw,vergadering en vereniging,...
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Twee herenhuizen met hekwerk Wilhelminasingel 40, Nijmegen
- Rijtje van drie herenhuizen Wilhelminasingel 24, Nijmegen
- Halfvrijstaand herenhuis met oorspronkelijk smeedijzeren hekwerk rond de voortuin Oranjesingel 17, Nijmegen
- Half-vrijstaand herenhuis met aangebouwde berging en oorspronkelijk smeedijzeren hekwerk rond de voortuin Oranjesingel 43, Nijmegen
- Rijtje van vier herenhuizen met hekken Prins Bernhardstraat 2, Nijmegen
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Nijmegen (Gelderland)