Rentenierswoning in Overgangsstijl met aangebouwde (bij)keuken in Bellingwolde
Omschrijving van Rentenierswoning in Overgangsstijl met aangebouwde (bij)keuken
Inleiding
RENTENIERSWONING met aangebouwde (BIJ)KEUKEN gebouwd in 1909 in opdracht van de weduwe Heres Diddens in een Overgangsarchitectuur met Chaletstijl, Rationalistische en Art Nouveau elementen. Het pand is ontworpen door architect A.Th. van Elmpt (1866-1932), die rond de eeuwwisseling veel in de stad Groningen heeft gebouwd. In 1987 is aan de achterzijde van de (bij)keuken een nieuwe berging in overeenkomstige stijl aangebouwd. De berging komt echter wegens te geringe ouderdom niet voor bescherming van rijkswege in aanmerking.
De villa is monumentaal gelegen op een langgerekt perceel aan het lint van Bellingwolde, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht. Het pand vormt in combinatie met het eveneens beschermde buurpand (Hoofdweg 242), dat ook door Van Elmpt is ontworpen, een fraai ensemble. In de diep tuin aan de achterzijde en aan de noordzijde staan monumentale beuken.
Omschrijving
RENTENIERSWONING met aangebouwde (BIJ)KEUKEN.
De twee verdiepingen hoge, deels onderkelderde RENTENIERSWONING op nagenoeg rechthoekige plattegrond is opgetrokken in een bruine bezande steen, die halverwege is witgepleisterd, op een trasraam van gesinterde bruinpaarse baksteen afgezet met oranje geglazuurde profielsteen, en wordt gedekt door een samengestelde kap waarop oranje geglazuurde tuiles du Nord; twee pirons; hoge gemetselde schoorsteen; overkragende houten goot op houten klossen; sierankers; bij de serre en aan de voorzijde gemetselde muurdammen afgedekt met natuursteen; voorgevel houten vakwerk-achtig fries. De gevels worden geleed door H-vensters met in de bovenlichten roedenverdeling en groen glas onder een boog van bruine bezande steen of een houten of natuurstenen latei; onderdorpel oranje geglazuurde profielsteen of hardsteen.
In de risalerende halsgevel aan de voorzijde (westgevel) een segmentvormige erker onder plat dak waarin vier H-vensters. Boven de erker een T-venster met negenruits zijlichten onder één houten latei. In de top een samengesteld driedelig venster met zesruits bovenlichten onder een segmentboog. De halsgevel wordt bekroond met een halfrond fronton waarin het bouwjaar 1909. De entree in uitgebouwd portiek is tegen het linker geveldeel aangebouwd. De entree bestaat uit een houten paneeldeur onder rollaag waarvoor een drie treden hoge hardstenen stoep met rood/zwarte tegelvloer. De portiek is opgebouwd uit een plat houten dak dat wordt gedragen door houten stijlen; hardstenen balustrade. Boven de portiek een vierdelig bovenlicht waarin gekleurd glas-in-lood onder een natuurstenen latei waarboven een samengesteld driedelig venster deels met roedenverdeling.
In het linker geveldeel van de noordgevel een samengesteld tweedelig T-venster met aan de onderzijde roedenverdeling en twaalfruits bovenlichten onder strek waaronder twee tweeruits keldervensters met diefijzers in een gemetselde koekoek afgedekt met een ijzeren rooster. Rechts van het T-venster een staand venster waarin gekleurd glas-in-lood en een staand tweedelig venster, beide onder rollaag. Halverwege de eerste verdieping een getoogd liggend tiendelig venster waarin gekleurd glas-in-lood onder een segmentboog met natuurstenen aanzetstenen. Op de eerste verdieping een getoogd venster en een liggend driedelig venster onder strek met roedenverdeling. Tegen de rechterzijde van dit geveldeel een uitbouw onder tentdak met in de schuine zijde een staand venster waarin gekleurd glas-in-lood onder rollaag. In het rechter geveldeel een staand tweedelig venster waarin gekleurd glas-in-lood onder rollaag.
Links in de achtergevel (oostzijde) een inpandig terras met houten balustrade en rood/zwarte tegelvloer waarachter een houten terrasdeur waarin glas met zij- en bovenlichten met roedenverdeling en groen glas onder strek; het dak wordt gedragen door houten stijlen met houten sleutelstukken. Boven het inpandige terras een loggia met houten balustrade waarachter een houten balkondeur waarin glas met bovenlicht; het dak wordt gedragen door houten stijlen met sleutelstukken; linkerzijde houten beschot. Aan de rechterzijde van de achtergevel is de schuur aangebouwd.
Tegen het linker geveldeel van de zuidgevel is een serre onder ruim overstekend afgeknot schilddak aangebouwd; zowel aan de voor- als linkerzijde een samengesteld driedelig venster met halfrond driedelig bovenlicht met omlijsting van oranje baksteen; aan de rechterzijde een houten terrasdeur waarin glas met zij- en driedelig halfrond bovenlicht en omlijsting van oranje baksteen. Voor de deur een terras met rood/zwarte tegelvloer waarvoor een vier treden hoge gemetselde stoep met aan de rechterzijde een gemetseld muurtje. Boven de serre een balkon (balustrade ontbreekt) waarachter dubbele houten balkondeuren waarin glas met bovenlichten met roedenverdeling. Boven het balkon, deels in het dak en deels in de gevelwand, een dakkapel onder zadeldak waarin een halfrond achtruits venster. In de risalerende topgevel met wolfeind rechts van de zuidgevel twee H-vensters onder strek. Op de eerste verdieping twee T-vensters onder strek waarboven twee staande achtruits vensters onder rollaag.
In het INTERIEUR zijn ondermeer van belang: de houten paneeldeuren met geprofileerde houten omlijsting deels met groen glas en roedenverdeling, in de vestibule de gekleurde tegellambrizering, het stucplafond en de houten tochtdeur waarin geëtst glas met zij- en bovenlichten waarin gekleurd glas-in-lood, in de hal de geel/rode tegelvloer, de gekleurde tegellambrizering, het stucplafond en de houten bordestrap met opengewerkte houten leuning met geometrische patronen, in het toilet de rood/zwarte tegelvloer en wit/blauwe tegellambrizering, in de salon en eetkamer het stucplafond, in de serre de schuine kastenwand, de geprofileerde houten omlijsting van de vensters en de houten schuifdeur waarin glas met zij- en bovenlichten waarin gekleurd glas-in-lood, in de kelder de troggewelven, de plavuizenvloer en de houten bewaarrekken, op de eerste verdieping de houten bordestrap, in de slaapkamers de balkenplafonds en de ingebouwde kasten, in de slaapkamer aan de zuidzijde de zwartmarmeren schouw.
De aangebouwde (BIJ)KEUKEN wordt gedekt door een schilddak waarop geglazuurde oranje tuiles du Nord. In de noordgevel een staand tweedelig venster onder rollaag en een houten paneeldeur met zesruits venster onder rollaag waarvoor een drie treden hoge gemetselde stoep. Tegen de oostgevel (achterzijde) een niet-originele aanbouw (niet beschermd). In de zuidgevel een klein staand venster en een niet-originele deur en raam.
Waardering
Rentenierswoning met aangebouwde (bij)keuken van algemeen belang vanwege architectuur- en cultuurhistorische waarde:
- als voorbeeld van een rentenierswoning uit 1909 in de provincie Groningen in een Overgangsarchitectuur met Chaletstijl, Rationalistische en Art Nouveau elementen
- vanwege de evenwichtige compositie en ambachtelijke detaillering
- vanwege de vrij hoge mate van gaafheid van zowel exterieur als delen van het interieur
- als opvallend voorbeeld binnen het oeuvre van architect Van Elmpt
- vanwege de hoge ensemblewaarde in combinatie met het buurpand Hoofdweg 242
- vanwege de monumentale ligging aan het lint van Bellingwolde, dat zal worden voorgedragen als beschermd gezicht
Tags: gebouwen, woonhuizen,woonhuis,woonhuis,woningen en woningbcomplx
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Rentenierswoning in Overgangsstijl Hoofdweg 242, Bellingwolde
- Schuur in Overgangsstijl Hoofdweg 242, Bellingwolde
- Rentenierswoning in eclectische stijl met aangebouwd achterhuis Hoofdweg 221, Bellingwolde
- Hervormde pastorie Hoofdweg 223, Bellingwolde
- Schuur in ambachtelijk-traditionele stijl Hoofdweg 223, Bellingwolde
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Bellingwolde (Groningen)