Zoeken... Een moment geduld a.u.b.

search
favorite_outline favorite

Kasteel Heeze: tuin- en parkaanleg in Heeze

Kapelstraat 25
5591 HC, Heeze (Gemeente Heeze Leende)
Noord Brabant
Bouwjaar: voor 1665
Publicatie: 20010708
Rijksmonument ID: 515141

Omschrijving van Kasteel Heeze: tuin- en parkaanleg

TUIN- EN PARKAANLEG, met onder meer moestuinmuur, schutting, tennishuisje, schappalen, console en hekwerken, Kapelstraat 25

De aanleg van de, voornamelijk uit bossen en landerijen bestaande, omgeving van kasteel Eymerick beperkte zich vóór 1665 waarschijnlijk tot enige rechthoekig op elkaar aansluitende paden ten zuidwesten van het gebouw.

In het ontwerp van het nieuwe kasteel was (wellicht eveneens door Pieter Post) ook een plan voor de omgeving opgenomen, dat voorzag in een streng symmetrische aanleg, geheel in overeenstemming met de stijl van het kasteel. In tegenstelling tot het bebouwingsplan werd het tuinontwerp wel geheel uitgevoerd, hetgeen een drastische ingreep betekende in de structuur van het gebied. Die ook thans nog in belangrijke mate aanwezige formele aanleg bestaat uit een rechthoekige gracht, die aan de frontzijde bestaat uit de waterloop van de rivier de Grote Aa en die een vrijwel vierkante aanleg omsluit, aldus een tweede omgrachting vormend, buiten het water rondom het oude kasteel. Alle waterlopen staan met elkaar in verbinding en worden gevoed door de riviertjes. Een tweetal sluisjes beheerst het waternieveau. Het kasteelterrein wordt omgeven door bossen, waarvan sommige een aanleg vertonen voor bewandeling (slingerpadenbossen) en andere die decoratief in het landschap zijn gesitueerd. Daartussen bevindt zich een aantal weilanden, zoals het weiland in de westhoek (achter de sluis aan de frontzijde) en het weiland aan de ZO-zijde bij de ijskelder, die een hoge visueel-landschappelijke waarde hebben en als zodanig ook zijn aangelegd.

De lange NW-ZO gerichte rechte, met klinkers bestrate oprijlaan vormde van oudsher de toegang vanuit het dorp tot het door drie rivieren omsloten gebied waar de kastelen in zijn gelegen en is ook thans nog een dominerend element in de buitenplaats. Aan weerzijden, deels omgaand langs de weilanden, ijzeren hekwerken. De laan was aan beide zijden geflankeerd door een rij bomen, die echter in 1917 werden gekapt om een beter uitzicht vanuit het kasteel te verkrijgen. Aan weerszijden van de oprijlaan bevinden zich thans de weiden van het kasteel, honderden meters naar achteren gelegen rondom begrensd door boompartijen die als coulissen fungeren. In de weiden staan enkele solitairen en enige boomgroepen.

Van een formele aanleg buiten de omgrachting is weinig meer te vinden. De boompartijen die in het zuiden, en oosten langs de gracht zijn te vinden deden vermoedelijk dienst als windsingels. Van een geometrisch lanenpatroon met name ten noorden en ten zuiden van de Boslaan, aangegeven op een opmeting uit ca 1795, dat vanaf de tweede helft van de 17e eeuw geleidelijk tot stand moet zijn gekomen is weinig meer te herkennen. In die tijd onderging het park, geïnspireerd door de nieuwe inzichten, wijzigingen volgens de Engelse landsschapstijl. Binnen de driehoek gevormd door de loop van de beide Aa's en de Boslaan werden in het bos slingerpaden aangelegd alsmede een kleine gevarieerde aanleg direct ten oosten van de buitengracht rondom een grillig gevormd weiland. Deze elementen die resp. "De Engelse Tuin" en "De Doolhof" werden genoemd, tezamen met boomgroepen en doorzichten gelden voor Brabant als zeer vroege voorbeelden van de opkomende Engelse landschapsstijl.

In 1902 werd Samuel John van Tuyll van Serooskerken, neef van de in 1901 kinderloos gestorven freule Ursula, heer van Heeze en voerde een aantal wijzigingen aan huis en park uit, waarvan in het park de belangrijkste zijn de oprichting van de tuinmanswoning binnen de omgrachting direct ten noorden van het kasteel, de oprichting van het Jachthuis en de aanleg van het Ursulapark. Voor deze wijzigingen werd de hulp ingeroepen van de tuin-, park- en landschaparchitect Hugo Poortman. De aanleg van het Ursulapark, het huidige meer naar het zuidoosten gelegen slingerpadenbos, vond plaats tussen 1910 en 1920. Het zet zich daar voort in de Hubertsbossen, die eveneens en slingerpadenaanleg kennen.

Binnen de buitenomgrachting bevinden zich nog met verwijzing naar het oorspronkelijke ontwerp, rechthoekige vakken me haakse lanen en beukenhagen. Tussen de grachten aan de voorzijde van het kasteel een dubbele lindensingel.

In het noordelijk gedeelte is een tuinmanswoning gebouwd; daaraan aansluitend bevindt zich een moestuin, die zich uitstrekt rond het huis, een kas en een siertuin, naar het zuiden toe overgaand in een boomgaard die een groot gedeelte van het oostelijk gedeelte in beslag neemt.

Het zuidelijke gedeelte, waarin ook een tennisbaan is aangelegd, is als siertuin in gebruik. Het bevat gazons met perken, oranjebomen in kuipen en vruchtboomspillen langs muur en schutting. Langs de tennisbaan aan de noordzijde een loofsingel; de afscheiding aan de andere zijde is begroeid met aristolochia. In het midden van dit zuidelijke tuingedeelte een 18e eeuwse bakstenen moestuinmuur, in noordelijke en vervolgens in westelijke richting rondgaand, afgesloten en geleed door rechthoekige pijlers onder hardstenen afdekplaat. In zuidelijke en in westelijke richting gaat de muur over in een houten schutting op bakstenen fundament. De schutting is deels verdwenen. In het westelijk gedeelte een halfrond tennishuisje, begin 20e eeuw, met naar achteren afhellend plat dak, geprofileerde schoren op gecementeerde bakstenen fundament. Ernaast een ballenkast in dezelfde stijl.

Op de binnenplaats van het kasteel bevindt zich in het midden een perk met daaromheen een beklinkerde weg. In het perk 6 schamppalen met kettingen (19e eeuw) en, centraal een natuurstenen console met afdekplaat en ijzeren kelkvormige vaas in Lodewijk XIV-stijl, laat 19e eeuw. Langs de binnenzijde van het frontgebouw een rij linden.

De dubbele hekken ter weerzijden van de binnenplaats geven toegang tot twee bakstenen rondboogbruggen, 18e eeuw, over de binnengracht, die naar de deeltuinen leiden.

Aan de oostzijde nabij de ijskelder een toegangshek tot het Engelse bos: dubbel houten spijlenhek met rijk siersmeedijzeren beslag in landelijke Engelse stijl, voorzien van twee vleugelstukken; begin 20e eeuw, wellicht door Poortman ontworpen. Een toegangshek met hekvleugels in dezelfde trant bevindt zich aan het begin van de lindensingel op de noordelijke hoek. Het hek heeft bakstenen pijlers en naar de gracht smeedijzeren vleugelstukken. De langs twee zijden van de gracht lopende singel wordt in de zuidhoek afgesloten door een ijzeren hek met bakstenen pijlers van na WO II, dat als zodanig thans voor de bescherming van ondergeschikt belang is.

WAARDERING:

Historische TUIN- EN PARKAANLEG behorende tot de buitenplaats Heeze van algemeen belang:

- als representatief voorbeeld van een vroege eind 18e en begin 19e eeuwse aanleg in landschapsstijl, die ingebed is in een 18e eeuwse formele aanleg met lanenstructuur;

- vanwege het belang voor de geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur;

- vanwege de functioneel-ruimtelijke relatie met de andere onderdelen van de buitenplaats.

Tags: losse objecten, ed.,historische aanleg,tuin, park en plantsoen,...

Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)

directions_car Route naar Kasteel Heeze: tuin- en parkaanleg
location_on Monumenten Kaart rond Heeze

Recensies (0)

Geen recensies gevonden. Voeg als eerste toe!

In de buurt