Melkbrug in Haarlem
Omschrijving van Melkbrug
Inleiding
De Melkbrug, een ONGELIJKARMIGE DRAAIBRUG, ligt over het Binnenspaarne, in de lengteas van de Hoogstraat en de Korte Veerstraat, en verbindt de binnenstad van Haarlem met de Burgwalbuurt. De Melkbrug werd in 1886 gebouwd naar ontwerp van gemeentearchitect Jacques Leijh en verving een dubbele bascule-brug die op hetzelfde punt was gelegen. De bovenbouw van de Melkbrug werd uitgevoerd door de Maatschappij IJzergieterij Prins van Oranje uit Den Haag. De onderbouw werd door G.P.J. Beccari uit Haarlem uitgevoerd. In de brug zijn stijlelementen uit de neo-Renaissance toegepast.
Tot het ontwerp van de draaibrug behoorden onder meer ook een houten brugwachtershuisje en oorspronkelijke seintoestellen, maar deze zijn inmiddels vervangen door respectievelijk een nieuw brugwachtershuisje op de vleugelmuur ten zuidwesten van de brug en een moderne seininrichting. Voorts hebben er in de loop der jaren ook andere wijzigingen c.q. moderniseringen aan de brug plaatsgevonden. Zo zijn het onder- en bovendek geheel vernieuwd, is het opzetwerk gedeeltelijk gemoderniseerd en zijn de vier oorspronkelijke afsluithekken vervangen door slagbomen.
In 1971 vond electrificatie van de brug plaats, hiertoe werden electromotoren en toebehoren toegevoegd aan de draaiinrichting.
N.B. De moderne toevoegingen als het nieuwe brugwachtershuisje, de slagbomen, de seininrichting en dergelijke, vallen buiten de bescherming.
Omschrijving
De circa 22,5 meter lange en 6,70 meter brede Melkbrug is samengesteld uit een bovenbouw en een onderbouw.
Tot de bovenbouw behoren de ijzeren draaiinrichting, de ijzeren brugdrager, het houten onderdek, de houten trottoirdekken, de houten rijvoering en de balustrades met piedestals en vier lantaarnpalen.
De onderbouw bestaat uit de landhoofden, de vleugelmuren, de grondkeermuren en de pijler waarop de draaiinrichting is geplaatst.
De brug wordt gedragen door drie steunpunten, te weten een middenpijler (draaipijler) en twee landhoofden. Het brugdek verloopt licht bollend.
De draagconstructie van getrokken ijzer bestaat uit zes hoofdliggers, die onderling zijn verbonden door deels open en deels dichte dwarsverbindingen in de vorm van ijzeren kruisramen. De beide langszijden zijn bekleed met gietijzeren versieringsplaten. De brugdrager bestaat uit een spaakconstructie van gietijzer met zes armen. Op de ijzeren draagconstructie is een onderdek aangebracht bestaand uit eikehouten delen. Daarop zijn een eikehouten rijvoering en eikehouten trottoirs gemaakt. Oorspronkelijk was het rijdek geteerd en met fijn gestampte schelpen bestrooid. (Thans is het rijdek met grindasfalt bekleed).
In het midden van het rijdek, ter hoogte van de draaiinrichting, bevindt zich boven de spil het houten luik dat moest worden geopend om de draaiinrichting met een staafvormige sleutel te kunnen bedienen. Tussen het rijdek en de trottoirs zijn twee ijzeren goten aangebracht.
(Bij geopende stand van de brug werd de brug afgesloten door vier hekken; deze zijn inmiddels verwijderd en vervangen door slagbomen.) De twee buitenste liggers van de draagconstructie bestaan ieder uit staande wandplaten. Deze zijn aan de buitenzijde bekleed met zogenaamde gietijzeren versieringsplaten die met elkaar velden vormen. Ter hoogte van de middenpijler is een ijzeren plaat bevestigd met het opschrift: 'Vervaardigd door de/Maatschappij/"IJzergieterij/De Prins van Oranje"/Te 'S Gravenhage A 1886'.
De landhoofden, vleugelmuren en de middenpijler zijn gemetseld in klinkers. De tot aan de vleugels opgehoogde walmuren bestaan uit miskleurige klinkers.
Voor de landhoofden en de vleugelmuren zijn dekbanden, hoekstukken, bekledingsplaten, frontdorpels, dekzerken en dergelijke, uitgevoerd in twee natuursteensoorten, te weten Escauzijnse steen en Noords graniet. De steunpunten van de leuningen rusten in natuurstenen dekzerken.
De draaiinrichting is aangebracht op een achthoekige gemetselde pijler met ijzeren I-balken. De brug wordt bewogen om een smeedijzeren spil die in de stenen middenpijler is geplaatst. De gietijzeren spilhouder is verbonden met de dragende liggers. De spilkop (taats) is van staal. De brugdrager is van gietijzer en heeft een gietijzeren spilkoker.
Het open- en dichtdraaien geschiedt door een in het midden van de brug aangebracht zogeheten windwerk, dat in verbinding staat met een gietijzeren tandring die zich op de draaipijler bevindt. Oorspronkelijk geschiedde de bediening met de hand door middel van een sleutel die via een opening in het brugdek met de draaiinrichting in verbinding werd gebracht. De draaiinrichting is verder samengesteld uit giet- en smeedijzeren onderdelen.
De brug wordt in gesloten stand op de landhoofden door een as met opzetrollen ondersteund. De beweging van deze assen met opzetrollen vindt ter hoogte van de middenpijler plaats door een verticale as met schroef zonder einde die in verbinding staat met een wormrad; de beweging wordt met krukken en stangen naar de as met opzetrollen overgebracht. Het opzettoestel bestaat uit smeed- en gietijzer. Inmiddels is dit deels vervangen en aangepast.
De leuningen lopen door over de landhoofden en de vleugelmuren. Ze zijn van smeed- en gietijzer en vormgegeven in neo-renaissancistische stijl. De leuningen zijn samengesteld uit ronde kolommen, een deklat, halfcirkelbogen, spijlen en piedestals aan de uiteinden van het brugdek.
De kolommen zijn versierd met eromheen gewikkelde ranken en - boven de blokvormige voet - bladmotieven. Tussen de kolommen is een gekoppelde arcade gemaakt van halfcirkelbogen met dunne ronde stijlen, in oorsprong alle bekroond door een eikel.
De leuningen worden aan de uiteinden van de brug afgesloten door vier piedestals. Op elke piedestal is een lantaarnpaal geplaatst. De piedestals zijn achthoekig en hebben afgeschuinde, uitstekende hoeken en zijn voorzien van een rechthoekige vlakverdeling. De lantaarnpalen hebben een naar boven toe versmallende schacht versierd met forse cannelures. Aan de voet van de lantaarnpalen zijn vier leeuwekoppen aangebracht alsmede een balustervorm met krulmotieven en een rondlopende ring van driekwart bolvormen. De achtkantige roodkoperen lantaarns zijn versierd met zinken ornamenten en smeedijzeren spinnekoppen.
Aan de bovenzijde van de noordelijke balustrade is een langwerpige ijzeren plaat aangebracht met het naamopschrift 'Melkbrug'. De zuidelijke balustrade is ter hoogte van de draaiinrichting onderbroken door een stalen kast met daarin de elektrische bediening. Links van deze kast bevindt zich de grendel waarmee de brug wordt vastgezet. Nog verder naar links bevindt zich nog de koker waarin de sleutel werd bewaard waarmee de brug oorspronkelijk werd gedraaid. Aan de binnenzijde van de zuidelijke en noordelijke balustrade zijn twee stalen haken bevestigd die oorspronkelijk dienden om reddingshaken te bewaren.
Waardering
De Melkbrug is van algemeen belang wegens bouwhistorische en architectuur-historische waarde als zijnde een grotendeels gaaf bewaard voorbeeld van een eind 19de-eeuwse, merendeels uit smeed- en gietijzer opgetrokken, ongelijkarmige draaibrug. Daarnaast is de Melkbrug van algemeen belang wegens bouwtechnische, typologische en functionele zeldzaamheid, alsmede wegens het materiaalgebruik. Ook is de brug van algemeen belang wegens cultuurhistorische waarde als zijnde een draaibare oeververbinding over het Spaarne, waarmee de eind 19de-eeuwse ontwikkeling van het verkeersnet in Haarlem en het belang van het Spaarne als scheepvaartroute in die tijd, tot uitdrukking wordt gebracht.
Tags: weg- en waterwerken,verkeersbrug,brug,weg- en waterbouwk.werken
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Melkbrug Spaarne 72, Haarlem
- De Zon Korte Veerstraat 1, Haarlem
- Pand met lijstgevel met deels oude roedenindeling, vensters Turfsteeg 5, Haarlem
- Pand op markant punt gelegen met hoge lijstgevel. Sobere architectuur van monumentale allure Kleine Houtstraat 1, Haarlem
- Pand met sobere gevel met kroonlijst Lange Veerstraat 34, Haarlem
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Haarlem (Noord Holland)