Blindeninstituut in Huis Ter Heide
Omschrijving van Blindeninstituut
Inleiding
Van oorsprong als Blindeninstituut in 1910 gebouwd, naar ontwerp van architect C.B. Posthumus Meyjes voor het bestuur van de Prins Alexanderstichting te Amsterdam. Het gebouw was bestemd voor veertig blinde kinderen die er onderwijs genoten. De lokatie is bewust gekozen vanwege de bosrijke omgeving van het buurtschap Huis ter Heide, waar sinds 1901 een lokaalspoor met station aan de Amersfoorstseweg liep. In 1999 is het pand intern verbouwd. Aan de achterzijde is een nieuwe aanbouw gezet.
Omschrijving
Een evenwijdig aan de openbare weg gelegen vrijstaand GESTICHTSGEBOUW van twee bouwlagen op een asymmetrische, U-vormige plattegrond onder een met kruispannnen gedekt samengesteld schilddak. De bakstenen gevels zijn uitgevoerd in traditionele stijl met Hollands-classicistische invloeden. Het meest voorkomende venstertype is het roedenschuifvenster waarboven een licht getoogde strek is aangebracht. De representatieve voorgevel bevindt zich aan de oostzijde. Deze gevel heeft een streng symmetrische indeling en is elf vensterassen breed. De gehele voorgevel wordt met een geprofileerde kroonlijst afgesloten. De indeling bestaat uit twee hoekrisalieten van elk drie vensterassen breed, voorzien van geblokte hoeklisenen in schoon metselwerk. De hoeklisenen hebben in de kroonlijst een console die de dakgoot ondersteunt. Tussen de genoemde hoeklisenen bevindt zich een gevel die vijf vensterassen breed is en waar een monumentale ingangspartij op de middenas geplaatst is. De ingangspartij wordt geaccentueerd door geblokte lisenen waartussen een wit bepleisterde deuromlijsting is aangebracht. De bepleistering omvat ook de dubbele balkondeur boven de hoofdingang. De ingang bestaat uit een dubbele deur met een rondboogvormig roedenbovenlicht. Links van de ingangspartij is een eerste steen ingemetseld met de tekst: `19 juni 1910 eerst steen gelegd door Carolina Maria Dudok van Heel, geb. 27 augustus 1904'. Boven de hoofdingang is een balkon op consoles geplaatst, dat een smeedijzeren hekwerk heeft gekregen, waarin de naam van het gebouw is gevat. De hoekpijlers van het balkonhek hebben een bolbekroning. In de top van de ingangspartij is een liggend ovaalvormig dakvenster geplaatst met een ingebogen ruitvoormige roedenverdeling. De kroonlijst boven het venster volgt de vorm van dit venster. Aan de onderzijde is een festoenrand bevestigd. In het dakschild bevinden zich aan de voorzijde zes dakkapellen met frontonbeëindiging en wangen. Op de middenas is op de nok van het dak een klokkentoren geplaatst, bestaande uit een vierkant basement, een achthoekige opbouw met galmgaten en een koepelvormige bekroning, waarop een windvaan is gezet.
De zijgevel van de vleugel aan de zuidzijde was oorspronkelijk vijf vensterassen lang, maar is later verlengd. Door deze uitbreiding moest de monumentale veranda, die aan de achterzijde van de zuidvleugel stond, verplaatst worden. Deze bevindt zich thans meer naar achter tegen de zijgevel. Op de hoeken zijn geblokte lisenen geplaatst. Een houten geprofileerde kroonlijst sluit de gevel af. De uitbreiding heeft geen kroonlijst, maar een eenvoudige daklijst.
De zijvleugel aan de noordzijde dateert uit 1999 en valt buiten de bescherming.
De achtergevel grenst aan wat oorspronkelijk de speelplaats is geweest. De gevel heeft een bouwvolume met voorsprong, waarin oorspronkelijk het gymlokaal in heeft gezeten. In de gevel bevinden zich in de eerste bouwlaag drie dubbele deuren met bovenlichten. In de tweede bouwlaag zijn drie grote kruisvensters met roedenindeling gezet. De hoeken zijn opgesierd met lisenen. In de teruggelegen hoeken ter weerszijden van het hierboven omschreven bouwvolume bevindt zich een bouwvolume van drie bouwlagen onder een plat dak. Op het snijpunt met het schilddak van het hoofdvolume is een hoog opgaande schoorsteen gezet.
Het interieur is in de loop der jaren aan een nieuwe functie aangepast en valt bijgevolg buiten de bescherming.
Waardering
Het blindeninstituut uit 1910 is van cultuurhistorisch belang als bijzondere uitdrukking van een specifieke onderwijsvorm, een kenmerkend, vroeg twintigste eeuws fenomeen op de Utrechtse Heuvelrug. Van architectuurhistorische waarde als voorbeeld van een traditionele bouwstijl geïnspireerd op hollands-classicistische voorbeelden en vanwege de plaats in het oeuvre van architect C.B. Posthumus Meyjes.
Tags: liefdadige instell.,blindeninstituut,sociale zorg, liefdadigh.,...
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
Recensies (1)
-
Anja Schrage (25 februari 2023 11:26)
star star star starIn 1910 werd het hoofdgebouw van de Prins Alexanderstichting opgeleverd (gevelsteen aan de achterzijde) genoemd naar prins Alexander , ėėn van de drie zonen van Koning Willem III. In 1950 begon Piet Oost hier nadrukkelijk met lessen voor visueel gehandicapten en juist GEEN blinden. De school voor kinderen met een beperkt gezichtsvermogen , zoals het toen heette, heeft ongeveer even lang bestaan als het voormalige blindeninstituut, maar was veel vernieuwender, mede omdat het grotendeels gebaseerd was op de principes van Rudolf Steiner. Ik heb 12 jaar op dit internaat gewoond en kreeg er onderwijs. In tegenstelling tot vele andere internaten was het hier geweldig en heb ik er geleerd om in het leven te staan en om tegaan met eventuele beperkingen. De term blindeninstituut doet hier zeer beslist geen recht aan. Anja Schrage, Warmond
In de buurt
- Zandbergen: historische tuin- en parkaanleg Amersfoortseweg 18, Huis Ter Heide
- Zandbergen: ijskelder Amersfoortseweg 18, Huis Ter Heide
- Zandbergen: hoofdgebouw Amersfoortseweg 18, Huis Ter Heide
- Blookerpark: zinken tuinbeeld van Ceres of Demeter Ruysdaellaan, Blookerpark, Huis Ter Heide
- Blookerpark: theekoepel ("Het Keienhuisje") Ruysdaellaan, Blookerpark, Huis Ter Heide
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Huis Ter Heide (Utrecht)