Kasteel Vliek in Ulestraten
Omschrijving van Kasteel Vliek
HOOFDGEBOUW. In rode witgeschilderde baksteen opgetrokken onderkelderd hoofdgebouw van twee verdiepingen op rechthoekige grondslag, bestaande uit een middenpaviljoen onder met grijze leien gedekt mansardedak, waarvan de onderste korte dakschilden zijn afgeknot en twee iets lager opgetrokken zijvleugels onder een in de lengte gehalveerd met grijze leien gedekt mansardedak.
In grote lijnen dateert het middenpaviljoen uit ca. 1725, toen de toenmalige burgemeester van Maastricht De Lennaerts te Vliek een nieuw huis liet bouwen; wellicht dateert het grondplan van de zijvleugels eveneens uit deze tijd, zo deze vleugels niet later zijn opgetrokken.
In de tweede helft van de 18e eeuw werd Vliek inwendig verbouwd, zoals blijkt uit de ovale hal met stuc-decoraties in Lodewijk XVI-stijl. Toen kwam wellicht ook deels de huidige classicistische gevelordonnantie van de voor(ZW-)gevel tot stand, zo dit niet in het begin van de 19e eeuw is geschied.
Omstreeks 1900 werd Vliek wederom verbouwd. Toen werd het tympaan, dat de middenrisaliet afsloot, vervangen door de huidige halve rondboog met centraal gelegen ronde 5-ruitsvenster met guirlande-omlijsting en met vaasvormige bekroning. Voorts werden de zijvleugels verhoogd en met een half mansardedak overkapt. Zo werd tevens het middenpaviljoen van halfronde dakkapellen voorzien en werd er aan de ZO-zijde de loggia met balustrades en piedestals aangebouwd.
De vier samengestelde mergelstenen schoorstenen, die zich op de nokeinden van het mansardedak en op het hart van de voormalige zijgevels (nu scheidingsmuren tussen middenpaviljoen en zijvleugels), dateren wellicht nog uit de 18e eeuw, evenals de houten klokkestoel met bel midden op de nok van het middenpaviljoen.
Voorgevel: in 9 venstertraveeën gelede gevel, waarvan de twee traveeen aan de uiteinden, ter hoogte van de zijvleugels, breder zijn dan de overige traveeen. De drie centrale traveeen, alsmede de zijkanten van het middenpaviljoen zijn van mergelstenen verkropte blokpilasters voorzien. Aan de uiteinden van de zijvleugels wordt de voorgevel door mergelstenen omgaande hoekplokken beëindigd. Voorts wordt de verticale geleding van deze gevel door een omstreeks 1900 aangebrachte sokkelvormige betimmering benadrukt, die onderdeel uitmaakt van een eveneens omstreeks 1900 boven de kroonlijst geplaatste naar de zijgevels omgaande balustrade met balustervormige spijlen. De balustrade wordt ter hoogte van de venstertraveeen door de in ca. 1900 geplaatste dakkapellen met 2-ruitsvensters en 3-ruits bovenlichten onderbroken.
In de centrale travee van het middenpaviljoen is de ingangspartij gelegen, die voorafgegaan wordt door een ovaal bordes met een trap van twee treden hoogte en met een balustrade met balustervormige spijlen. Ter weerszijden van de bordestrap wordt de balustrade door een stenen sokkel met kelkvormige vaas afgesloten.
De ingangspartij bestaat uit een dubbele 8-ruits deur (4 ruiten per deur) met getoogd enkel-ruits bovenlicht. Deze toegang wordt omgeven door een stenen omlijsting met paneelvormig bovenstuk, dat naar boven enigszins inzwenkt en overgaat in de stenen omlijsting van het erboven gelegen getoogde 8-ruitsvenster. Aan weerszijden van de ingangsdeur en het venster op de eerste verdieping vier 8-ruitsvensters. Deze vensters zijn van een stenen omlijsting voorzien, waarvan de verticale lijsten over de gehele gevelbreedte vanaf de grond tot de kroonlijst zijn doorgetrokken, hetgeen de verticale werking van de blokpilasters en hoekblokken versterkt.
Linker gevel: in drie traveeen gelede gevelpartij met op de beganegrond drie door mergelstenen omlijste 8-ruitsvensters. Op de verdieping, ter hoogte van de aan de zijkanten gelegen venstertraveeen, twee door mergelstenen omlijste 6-ruitsvensters. Op de tweede verdieping, boven laatstgenoemde vensters, twee dakkapellen als aan de voorzijde. De gevel wordt aan weerszijden door mergelstenen hoekblokken beëindigd.
Rechter gevel: in drie traveeen gelede gevelpartij met op de beganegrond drie dubbele 42-ruits terrasdeuren (21 ruiten per deur) met 14-ruits bovenlichten. Op de verdieping ter hoogte van de twee aan de zijkanten gelegen traveeen links een dubbele terrasdeur met 20-ruitsindeling (10 ruiten per deur) en rechts een venster met 6-ruitsindeling. De indeling van de terrasdeuren met bovenlichten dateert uit ca. 1900, toen aan deze zijde een rechthoekige geheel overdekte loggia werd aangebouwd, die op de eerste verdieping van een hardstenen balkon-balustrade met balustervormige spijlen is voorzien. De overkapping wordt gestut door zeven hardstenen pijlers op rechthoekige sokkels, waarvan twee er zich aan de zijkant bevinden en een op de linker hoek en waarvan een halve pijler op halve sokkel aan de rechter zijde tegen het bouwhuis is geplaatst. De loggia is toegankelijk vanuit het park via een centraal gelegen hardstenen bordestrap van drie treden. Aan weerszijden van deze trap is de loggia van een hardstenen balustrade met balustervormige spijlen voorzien, die door genoemde sokkels onderbroken wordt.
De gevel wordt aan weerszijden beëindigd door mergelstenen hoekblokken. Op de tweede verdieping links en rechts een aan de voorzijde identieke dakkapel.
Achtergevel: van de achtergevel vertoont het middenpaviljoen een indeling in zeven traveeen. Centraal op de eerste verdieping een halfrond in ca. 1900 geplaatst neo-empire trappehuis-venster met 22-ruitsindeling. Aan de linkerzijde een onlangs geplaatste 6-ruitsdeur met 2-ruits bovenlicht met aan weerszijden een 8-ruitsvenster en op de eerste verdieping drie 8-ruitsvensters. Rechts van de centrale travee beganegronds en op de eerste verdieping drie 8-ruitsvensters. Op de tweede verdieping ter hoogte van de eerste, derde, vijfde en zevende travee een envoudige dakkapel met dubbele luiken onder zadeldak.
Rechter vleugel: beganegronds een deur met 2-ruits bovenlicht en rechts hiervan een 2-ruitsvenster. Op de eerste verdieping boven de deur een 6-ruitsvenster.
Linker vleugel: centraal op de eerste verdieping een 6-ruitsvenster. Afgezien van het trappehuis-venster zijn alle genoemde vensters en deuren aan deze zijde van het huis van een mergelstenen omlijsting voorzien.
Aansluitend aan de linkerzijde van deze vleugel een verbindingsmuur met het bouwhuis, waarin een deur met visgraatmotief naar de loggia aan de linkerzijde van het huis.
Inwendig: centraal aan de voorzijde een ovale hal met vier reliefs in stuc met allegorische voorstellingen en drie reliefs in stuc als dessus de portes in Lodewijk XVI-stijl, uit de tweede helft van de 18e eeuw. De indeling van de rechthoekige hal aan de achterzijde met het trappehuis, alsmede de indeling van de lange gang aan de achterzijde op de eerste verdieping met de eraan grenzende vertrekken dateren uit ca. 1900.
Tags: kastelen, landh. ed.,kasteel, buitenplaats,kastelen,landh., parken ed
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Kasteel Vliek: Bruggetje Vliek 1, Ulestraten
- Kasteel Vliek: Stenen tafel Vliek 1, Ulestraten
- Kasteel Vliek: Trap ZW-zijde Vliek 1, Ulestraten
- Kasteel Vliek: Zonnewijzer Vliek 1, Ulestraten
- Kasteel Vliek: Oostelijk Bouwhuis Vliek 1, Ulestraten
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Ulestraten (Limburg)