Hof te Dieren, park en tuin in Dieren
Omschrijving van Hof te Dieren, park en tuin
Omschrijving onderdeel 1
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG. De oudste sporen van de historische aanleg van Hof te Dieren gaan terug tot ca. 1650, toen Prins Willem II, die het Hof te Dieren had gekocht, er een wildbaan liet aanleggen. Op de 'Caarte van Dieren' uit 1654 door Nicolaes van Geelkercken is deze wildbaan te zien. Het centrum van het hof wordt door de kaart in de zuidoosthoek van deze wildbaan gesitueerd. Voorts laat de kaart zien, dat de omgrenzing van het huidige parkgedeelte in grote trekken overeenkomt met het beloop van het gedeelte van het omgrenzingsplan van het Hof te Dieren aan de zuidoostzijde van de Arnhemse straatweg in de tijd van Prins Willem II. Ook de Ruitersbeek, die bij Kasteel Middachten ontspringt, is op deze kaart reeds te zien. De beek voedde omstreeks het midden van de 17de eeuw een brede waterpartij direct aan de zuidoostzijde van het hof. In de tweede helft van de 17de eeuw werd omstreeks de tijd dat het hof in opdracht van de Koning-stadhouder Willem III werd verbouwd ook de aanleg ingrijpend veranderd. Van deze nieuwe plantage en het vernieuwde hof werd rond 1700 door Petrus Schenk een aantal gezichten ("Praetorium Dieranum") samengesteld. Rondom het hof werd een ruime formele aanleg tot stand gebracht. De door de Ruitersbeek gevoede brede waterpartij aan de zuidoostzijde van het hof werd tot een aantal rechthoekige waterparterres en rechte waterkanalen vergraven. Voorts werd de aanleg deels door muren en hagen geleed en omgeven. Twee muren - een muur naar de openbare weg en een muur in het park - bleven bewaard. Vanaf 1732, toen Prins Willem IV (1711-1751) zijn eigendomsrecht op Hof te Dieren kon laten gelden, kwamen wederom veranderingen in de aanleg tot stand. Deze veranderingen vonden plaats vóór 1783, want ze staan geregistreerd op de Topografische Kaart van de Linie van de IJssel uit 1783. Prins Willem IV, zijn echtgenote Prinses Anna van Hannover (1709- 1759) of hun zoon Prins Willem V (1748-1806) lieten waarschijnlijk de halfcirkelvormige oprit aan de voor(zuidwest)zijde van het hof aanleggen, van waaruit vijf lanen zich straalsgewijs projecteerden. De aanleg van deze zogenaamde 'Patte d'oie', die de compositorische relatie tussen de formele aanleg van Hof te Dieren en de aanleg van de wildbaan aan de noordwestzijde van de Arnhemsestraatweg hechter maakte, is op genoemde kaart te zien. Op de plaats van de oprit ligt thans een weide in landschapsstijl, die in oorsprong uit de eerste helft van de 19de eeuw dateert, maar van de oudere lanen zijn nog enkele gedeelten bewaard gebleven. De laan, die aan de noordoostzijde van de weide begint (thans enkel beuk, 19de eeuw) maakte deel uit van deze aanleg van oprit met vijf lanen, evenals de laan aan de westzijde van de weide (thans deels enkel en deels dubbel beuk, 19de eeuw), die de Arnhemsestraatweg snijdt en die uitkomt op de aan de noordwestzijde van de straatweg gelegen Lange Juffer. In 1795 brandde het Hof te Dieren tot de grond toe af. Pas ca. 30 jaar later, toen het hof in het bezit was van Marie Cornélie baronesse van Wassenaer, kwamen er wederom veranderingen in de aanleg tot stand. In 1823 liet de eigenaresse, die ter plaatse van het oude hof een nieuw huis had laten bouwen, door de tuinarchitect Jan David Zocher jr. (1791-1870) een park in landschapsstijl aanleggen, dat in grote trekken bewaard is gebleven. Zocher liet de formele waterparterres en de formele buitengracht aan de zuidoostzijde van het park, die uit de tijd van prins Willem III dateerden, tot een ruime vijver (de grote en de kleine vijver) en waterloop in landschapsstijl vergraven, die beide door de vanuit Middachten ontspringende Ruitersbeek werden gevoed. Via de kleine vijver stroomde het water door een 65 meter lange gemetselde duiker uit 1650 onder de Doesburgsedijk door en kwam opnieuw uit in de Ruitersbeek. In het park werd een wandeling uitgezet, die via slingerpaden tot op heden in curven rondom de waterpartij voert. Aan de zuidwestzijde van de waterpartij leidt de wandeling over een dubbele rondboogbrug, die wellicht door Zocher is ontworpen en die als 'pointe de vue' van grote compositorische waarde is (onderdeel 6). De bebossing van het park aan de noordzijde zijde alsmede de bebossing in de westhoek van het park in landschapsstijl (thans beuk, eik en plataan, 19de- en 20ste-eeuws) dateren uit deze periode van de aanleg. Aan de voorzijde van het voormalige 19de-eeuwse huis werd de huidige reeds eerder genoemde open weide aangelegd, ter afwisseling met de gesloten bospartijen aan weerszijden. Rondom de genoemde vijverpartij werden diverse boomgroepen (eik, beuk, plataan, thans 19de-eeuws) en solitairen (eik, beuk, plataan, ceder, thans 19de-eeuws) geplant, die variatie in de gezichten vanuit de positie van het voormalige huis en gedurende de wandeling aanbrengen. In 1877, toen Hof te Dieren in het bezit was van Rodolphe Fréderic baron van Heeckeren, stelde de Duitse tuinarchitect Carl Eduard Petzold (1815-1891) een ontwerp voor het park van Dieren samen, dat gedeeltelijk is uitgevoerd. Zeer waarschijnlijk heeft Petzold het bestaande houtbestand deels gekapt, zodat gezichten op de aan de zuidoostzijde van het park in landschapsstijl gelegen weilanden tot de compositie van de aanleg gingen behoren. In deze weilanden plantte hij op strategische punten verschillende boomgroepen, die de gezichten vanuit het park in deze richting van perspectief voorzien en die eveneens tot de historische aanleg behoren. Aan de noordwestzijde van de Arnhemse straatweg, die in 1963 een stukje in noordwestelijke richting werd verschoven, werd de huidige op de as van de aanleg gelegen weide aangelegd, die eveneens met boomgroepen (beuk, linde, eik, 19de eeuw) werd beplant; deze boomgroepen geleden de gezichten vanaf de plaats van het voormalige huis in deze richting en hebben de functie van coulissen ten aanzien van de weilanden ten noordwesten hiervan, die eveneens tot de historische aanleg behoren. Ten oosten van de even ten westen van de vijver gesitueerde bakstenen muur met penanten legde Petzold een neoformele tuin aan, waaraan de uitgegroeide buxushagen nog herinneren. Ook legde hij aan de zuidzijde van de waterloop een slingerpad aan. Petzold verrijkte de aanleg verder met diverse nog deels aanwezige bomen (plataan, moerascypres, ceder, eik, beuk, acacia, naaldhout) en heesters (rododendrons, taxus, hulst, azalea) en legde de ruime aan de westzijde van de aanleg gelegen moestuin aan, die zich oorspronkelijk in de noordhoek van het park bevond. De twee lindes, die aan de zuidoostzijde van de moestuin voor het Bombergse huis zijn gesitueerd, dateren uit de 19de of wellicht uit de 18de eeuw.
Waardering
HISTORISCHE TUIN- EN PARKAANLEG behorend tot de historische buitenplaats Hof te Dieren van cultuurhistorisch, tuinhistorisch en stedenbouwkundig belang
- wegens de ouderdom
- wegens de goed herkenbare structuren uit de 17de en 18de eeuw
- wegens het landschapspark rond het (verdwenen) huis naar ontwerp van J.D. Zocher jr.
- wegens wijzigingen uit 1877 naar ontwerp van C.E. Petzold
- wegens de functionele en visuele relaties met de overige onderdelen van de buitenplaats
Tags: losse objecten, ed.,park,tuin, park en plantsoen,...
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
-
Hof te Dieren, Koningsmuur Arnhemsestraatweg 10, Dieren
-
Hof te Dieren, Muur in park Arnhemsestraatweg 10, Dieren
-
Hof te Dieren, Houten schuur Arnhemsestraatweg 10, Dieren
-
Hof te Dieren, cascades Arnhemsestraatweg 10, Dieren
-
Hof te Dieren, IJskelder Arnhemsestraatweg 10, Dieren
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Dieren (Gelderland)