R.K. Kerk van de H. Johannes de Doper in Kaatsheuvel
Omschrijving van R.K. Kerk van de H. Johannes de Doper
Inleiding
De neogotische R.K. Kerk van de H. JOHANNES DE DOPER werd gebouwd tussen 1912 en 1913 naar ontwerp van architect C.F. van Hoof in neogotische stijl. Op 5 juli 1913 werd de kerk ingezegend door bouwpastoor Völker. Bij de consecratie van de kerk in 1915 werd de voorganger uit 1853 afgebroken. Deze Waterstaatskerk stond op de plaats waar zich nu het vroegere patronaatsgebouw bevindt. De huidige glas-in-loodramen zijn in 1963 aangebracht. Het hekwerk is in oude stijl vernieuwd in 1991.
Omschrijving
De neogotische driebeukige kruiskerk met dubbeltorenfront en dakruiter heeft een schip van zes traveen en transeptarmen van twee traveen met drie-achtste sluiting. Na het transept volgen twee koortraveen met zijkapellen en tenslotte het koor zelf, ook twee vakken, met een vijf-achtste sluiting. De gevels zijn opgetrokken uit bruine machinale baksteen met speklagen van gele baksteen, voorzien van steunberen met betegelde afzaten. Onder de gootlijsten zijn ter decoratie sierfriezen gemetseld. Op de zadel- en lessenaardaken liggen leien in maasdekking, evenals op de naaldspitsen van de torens en de dakruiter op de viering. De overhoekse dakruiter is opengewerkt met driepasvormige galmgaten voor het angelusklokje.
De torens van vier geledingen staan aan weerskanten van het middenschip met uitgebouwd portaal. De onderste drie geledingen van de torens zijn voorzien van spitsboogramen en spitsboogfriezen. Hierboven volgt een klokkegeleding met twee galmgaten en driehoekige wimbergen met klimmend boogfries, bekroond door een zinken piron. De wijzerplaten zijn ingebed in cirkels boven de spitsbogen van de galmgaten. Op beide hoge achthoekige torens staat een smeedijzeren kruis, links ook een haan.
De ingang bestaat uit een driezijdig ingangsportaal. Het midden bezit een topgevel met kolonnettenportaal en een natuurstenen kruis als bekroning. In dit brede middendeel bevinden zich twee stel vleugeldeuren met sierbeslag, de lateien zijn van opschriften voorzien en de spitsbogige bovenlichten hebben bakstenen maaswerk. Tussen de deuren is een beeld geplaatst van de gekroonde Maria met Kind. Hierboven een rond venster; in de wimberg een driepas. In de afgeschuinde zijden bevinden zich getoogde vleugeldeuren met sierbeslag en een ovaal raam als bovenlicht in een driepas. De bovenzijde van deze ingangen is recht gesloten; de verbinding met de voorzijde wordt gelegd door een steunbeer met piedestal, lege beeldnis en bekroond baldakijn.
De topgevel bij de ingang wordt herhaald in de bouwmassa hierboven, compleet met lancetvensters, klimmend rondboogfries en een kruis als bekroning. De zijbeuken hebben per travee twee spitsboogramen, de lichtbeuk heeft tripletramen. Links en rechts van de eerste travee is er een veelhoekig gesloten zijkapel.
De eindgevels van de transepten hebben boven een nissengeleding twee spitsboogramen. Het koor bezit spitsboogramen in de omgang en daarboven hoge lancetvensters.
Het interieur bestaat uit schoon metselwerk. De opstand is tweedelig en heeft samengestelde pijlers die voorzien zijn van geglazuurde baksteen banden en een lichtbeuk met tripletramen boven een nistriforium. De zijbeuken hebben kruisribgewelven, het schip bezit stergewelven. Het koor heeft een tweedelige opstand met omgang en slanke ramen. De pijlers van de omgang hebben in tegenstelling tot de sobere overige kapitelen, kapitelen met loofwerk. De zijkapellen hebben veelhoekige sluitingen. De ribben zijn in tegenstelling tot de witte gewelfvlakken en muurwerk van donkere profielsteen.
De kerk bezit een rijke neogotische inventaris. Belangrijk zijn het kalkstenen hoogaltaar en de kalkstenen preekstoel met Christus en de vier Evangelisten, beide in 1915 vervaardigd door Custers uit Eindhoven. Na 1915 leverde Custers vele heiligenbeelden zoals dat van St. Paulus en St. Petrus. Uit rond 1915 dateert een beeld van de H. Johannes de Doper. In het koor hangt een groot triomfkruis.
In de kerk staan eikehouten kerkbanken met sober neogotisch ornament. Oudere onderdelen zijn het koperen doopvont uit ca. 1800 en de diverse heiligenbeelden uit de periode 1874-1900, geleverd door M. van Bokhoven. Het orgel werd door Vollebregt geleverd in 1854; de bovenzijde wordt getooid door sculpturen van David met harp en andere musicerenden. De kruiswegstaties werden in 1890 op koper geschilderd door Hugo Kohl.
Waardering
Het kerkgebouw is van algemeen belang. Het heeft cultuur-historische waarde als onderdeel van een katholieke groep, een voorbeeld bij uitstek van de ontwikkeling van het katholicisme in Noord-Brabant. Architectuur-historisch is het van belang als vertegenwoordiger van het neogotische werk van de architect, waarbij centraliserende tendenzen en gebruik van voor die tijd moderne materialen als geglazuurde baksteen samengaan met een traditioneel neogotische vormgeving. Het complex heeft ensemblewaarde vanwege de grote betekenis voor het aanzien van de gehele Langstraat, in het bijzonder als voorbeeld van de ontwikkeling van het negentiende-eeuwse kerkdorp in Zuid-Nederland. Het gebouw is waardevol vanwege de gaafheid van de in- en exterieurs.
Tags: kerkelijke gebouwen,kerk,kerk en kerkonderdeel,religieuze gebouwen
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Grafmonument op kerkhof Hoofdstraat 34, Kaatsheuvel
- De neogotische calvarieberg met kruis en corpus Hoofdstraat 34, Kaatsheuvel
- Pastorie in neogotische stijl Hoofdstraat 34, Kaatsheuvel
- Beeld van een Engelbewaarder Hoofdstraat 34, Kaatsheuvel
- Gemeentelijk slachthuis Jan de Rooijstraat 38, Kaatsheuvel
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Kaatsheuvel (Noord Brabant)