Halfvrijstaande herenhuis met hekwerk en prieel in Nijmegen
Omschrijving van Halfvrijstaande herenhuis met hekwerk en prieel
Inleiding
Het halfvrijstaande HERENHUIS met HEKWERK en PRIEEL is in 1903 gebouwd door de Nijmeegse architect W.J. Maurits in opdracht van mr. A. van der Goes in een stijl die kenmerken vertoont van Art Nouveau en van Chaletstijl. Het huis is gebouwd als praktijkwoning. Het oorspronkelijk éénlaags praktijkgedeelte, dat links van de erker aan de Staringstraat ligt, is bij een verbouwing in 1988 verhoogd tot drie bouwlagen en voorzien van een witgepleisterde spouwmuur. De oorspronkelijke praktijkingang met paneeldeur en de gang zijn hierbij bewaard gebleven. Dit gedeelte valt onder de bescherming voorzover het oorspronkelijke onderdelen uit 1903 betreft. De toevoegingen van 1988 zijn uitgesloten van bescherming.
Het pand heeft rondom een tuin die van het trottoir wordt gescheiden door een smeedijzeren hekwerk op voetmuur. In de tuin staat een prieel in Chaletstijl, dat met planken is dichtgetimmerd. Het HERENHUIS is gelegen op de hoek van de Oranjesingel en de Staringstraat, waarbij de lange gevel aan de Staringstraat en de korte gevel in de aaneengesloten noordelijke gevelwand van de Oranjesingel is gesitueerd. De hoek wordt geaccentueerd door een toren. De Oranjesingel is een van de voornaamste straten van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan, dat werd uitgevoerd na de afbraak van de vestingwerken en is gebaseerd op de ontwerpen van Bert Brouwer. Het pand ligt binnen het beschermde stadsgezicht.
Omschrijving
Het HERENHUIS heeft een min of meer rechthoekig grondplan met een éénlaags driezijdige uitbouw met plat dak aan de linkerzijde. Het herenhuis heeft een kelder, twee bouwlagen en een zolderverdieping onder een plat dak met dakschilden. De achtzijdige hoektoren heeft drie bouwlagen onder een achtzijdig puntdak. De gevel aan de Staringstraat heeft links een topgevel onder een overstekend afgewolfd zadeldakje. De gevel aan de Oranjesingel heeft rechts een driezijdige erker over twee bouwlagen onder een aangekapt schilddakje. Hierboven bevindt zich een topgevel onder een overstekend zadeldakje. De topgevels hebben windveren en in de punt een houten topgevelvulling. Tussen de tweelaags erker en de toren bevindt zich een grote achtzijdige houten serre met balkon. De daken zijn gedekt met leien in maasdekking. De torenspit en de topgevels worden bekroond door een bolvormige piron. In ieder dakschild bevinden zich twee dakkapellen met lessenaarsdak en 4-ruits stolpraam.
Het herenhuis is opgetrokken uit baksteen, gemetseld in kruisverband. Het metselwerk wordt verlevendigd door het gebruik van rode en oranje verblendsteen in sierbanden en vensteromlijstingen. De topgevel en het bovenste gedeelte van de toren zijn witgepleisterd en voorzien van pseudo-vakwerk. De plint, de waterlijst tussen de tweede en de derde bouwlaag van de toren en de onderdorpels van de vensters zijn van hardsteen.
De vensters worden afgesloten door op gepleisterde hoekblokken rustende lateien met een reliëfversiering. Boven de vensters bevinden zich segmentvormige ontlastingsbogen. De deels gekoppelde vensters hebben schuiframen en 2-, 3-, of 4-ruits bovenlichten met een verticale roedenverdeling en geel kathedraalglas. De gevels zijn voorzien van smeedijzeren sierankers in Art Nouveau-stijl en worden afgesloten door een brede geprofileerde bakgoot op bewerkte klossen.
De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL aan de Staringstraat telt drie traveeën en heeft in het midden de ingangspartij, die bestaat uit een dubbele paneeldeur met geel kathedraalglas en smeedijzeren roosters, een driedelig bovenlicht en tweedelige zijlichten met bewerkte houten stijlen en glas-in-lood in een rijk bewerkt houten portiek met zij- en bovenlichten, met leien bedekt lessenaarsdak en balkon. De stoep, onderdorpel, neuten en de plint van het portiek zijn van hardsteen. Het balkon heeft een bewerkte houten balustrade met smeedijzeren hekjes en is toegankelijk via een dubbele balkondeur met bovenlicht. De deur bevindt zich in een door een tandlijst afgesloten spaarveld. De andere twee traveeën hebben in de eerste en de tweede bouwlaag deels gekoppelde (linker travee) vensters. De linker travee heeft in de topgevel onder de topgevelvulling een houten driezijdige erker op consoles. De erker heeft ramen met veelruits bovenlichten. Links bevindt zich de éénlaags driezijdige uitbouw met drie vensters en een met hardstenen platen afgedekte borstwering en de voormalige praktijkruimte, waarvan de voordeur, een paneeldeur met smeedijzeren roosters bewaard is gebleven.
De HOEKTOREN heeft op iedere verdieping drie vensters. De vensters in de derde bouwlaag zijn kleiner en voorzien van draairamen met 6-ruits bovenlichten.
De asymmetrisch ingedeelde VOORGEVEL aan de Oranjesingel heeft links de hoektoren en rechts de tweelaags erker. De erker heeft op beide bouwlagen twee vensters en op de eerste verdieping tevens een glasdeur die toegang geeft tot het balkon op de serre. Het dak van de erker wordt in drieën gedeeld door hardstenen ribben met aan het uiteinde een hemelwaterafvoer. Boven de erker bevindt zich onder de topgevelvulling een driedelig venster met drie draairaampjes en drie 4-ruits bovenlichten. Tussen de toren en de erker bevindt zich de serre met achtzijdig grondplan. De serre heeft bewerkte houten stijlen, glaspanelen en een dubbele schuifdeur met een reeks kleine ruitjes onderin, veelruits bovenlichten met verticale roedenverdeling en een reeks kleine ruitjes onderin, een afsluitende kroonlijst en een balkon. Het balkon heeft een bewerkte houten balustrade met smeedijzeren hekjes en is toegankelijk via een dubbele balkondeur met bovenlicht.
De LINKER ZIJGEVEL aan de tuinzijde wordt aan het oog onttrokken door de moderne aanbouw van 1988. Achter de éénlaags uitbouw en de moderne aanbouw bevindt zich een plaatsje, waarop onder meer de keuken en de achterdeur op uitkomen. De gevel heeft het karakter van een achtergevel, hoewel hij toch is voorzien van enkele sierbanden van gele en oranje verblendsteen. Van beneden naar boven bevinden zich hier drie vensters, resp. met twee gekoppelde draairamen met kleine ruitjes onderin en 3-ruits bovenlichten, een stolpraam met 3-ruits bovenlicht en een stolpraam met bovenlicht. De gevel wordt afgesloten met een geprofileerde bakgoot op bewerkte klossen. De begane grond is gedeeltelijk witgepleisterd en een voorzien van horizontale groeven. In het INTERIEUR zijn de indeling en een vele oorspronkelijke elementen van de begane grond bewaard gebleven. Via de vestibule en een tochtdeuren met boven- en een zijlichten met geëtst glas wordt de centrale hal, waar vrijwel alle ruimtes op uitkomen, bereikt. De vestibule en een de hal hebben vloeren van gekleurde patroontegels in grijstinten, beige en een bruin. De vestibule heeft een lambrisering van geglazuurde met Art Nouveau-bloemmotieven versierde tegels in licht- en een donkerblauw, licht- en een donkergroen, geel, oranje en een wit als achtergrond. De hal heeft een marmeren plint, een gestucte lambrisering, een halfronde nis, gestucte bandversieringen, een geornamenteerd stucplafond met kooflijst en een een twee-armige bordestrap met geornamenteerde houten trappalen en een leuningen. Aan de zijde van de Oranjesingel liggen twee kamers en een suite, gescheiden door een schuifdeur met zes getoogde ruitjes in een geornamenteerde omlijsting en een in beide kamers geflankeerd door een muurkast. De muurkast in de hoekkamer heeft dubbele deuren met bolle ruitjes en een messing sierbeslag. In de hoekkamer bevindt zich een marmeren schouw met reliëfversiering. De serre heeft een vloer van patroontegels uitgevoerd in terrazzowerk. Verder zijn overal op de begane grond paneeldeuren, voorzien van zes ruitjes met geel kathedraalglas, in een geornamenteerde omlijsting en een verscheidene geornamenteerde Art Nouveau-stucplafonds bewaard gebleven. De praktijkingang aan de Staringstraat heeft een vestibule en een een gang met een lambrisering van geglazuurde witte, zwarte en een donkergroene, deels diagonaal gezette tegels. De gang heeft een vloer van patroontegels in bruin, wit, beige en een grijs. Het PRIEEL in de tuin is gebouwd tegen de zijgevel van het pand Staringstraat 7. Het prieel heeft de vorm van een vrijstaande veranda op rechthoekig grondplan met bewerkte houten stijlen en een regels en een een met estrikken belegde vloer.
Het geornamenteerde smeedijzeren HEKWERK staat op een stenen voetmuur met een bovenlaag van geglazuurde stenen met afgeronde hoeken.
Waardering
HERENHUIS met HEKWERK en PRIEEL uit 1903 van W.J. Maurits in opdracht van mr. A. van der Goes.
- Van architectuurhistorische waarde als een goed en een vrij gaaf voorbeeld van een herenhuis met kenmerken van Art Nouveau en een Chaletstijl met esthetische kwaliteiten in het ontwerp zoals een bijzondere hoofdvorm, een rijke ornamentatie en een bijzonder materiaalgebruik ook met name in het interieur.
- Van stedenbouwkundige waarde vanwege de markante ligging op de hoek van de Staringstraat en een de aaneengesloten noordelijke gevelwand van de Oranjesingel, één van de voornaamste straten van het laat 19de-eeuwse uitbreidingsplan, dat werd uitgevoerd na de afbraak van de vestingwerken en is gebaseerd op de ontwerpen van Bert Brouwer. Het pand ligt binnen het beschermde stadsgezicht.
Tags: gebouwen, woonhuizen,kantoorwoning,werk-woonhuis,...
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Herenhuis, dat thans in gebruik is als kantoor Oranjesingel 70, Nijmegen
- Herenhuis met smeedijzeren hekwerk Oranjesingel 68, Nijmegen
- Onderkelderde en aan drie zijden vrijstaande herenhuis Prins Hendrikstraat 2, Nijmegen
- Garage Prins Hendrikstraat 2, Nijmegen
- Herenhuis met oorspronkelijk smeedijzeren hekwerk rond de voortuin Oranjesingel 67, Nijmegen
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Nijmegen (Gelderland)