Complex Lambertusweg in Gemonde
Omschrijving van Complex Lambertusweg
Inleiding
Rooms-Katholieke KERK van Sint Lambertus, in 1923 en 1924 gebouwd naar ontwerp van de architect Wolter te Riele in neogotische vormen. Te Riele had in 1913 ook al de nabijgelegen pastorie aan de Sint-Lambertusweg gebouwd. De eerste tekeningen voor de kerk dateren al uit de periode 1912-1914. Het is niet geheel duidelijk waarom de bouw van de kerk uiteindelijk nog 10 jaar op zich heeft laten wachten maar het is aannemelijk dat de onzekere politieke en financiële situatie na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog hierbij een rol heeft gespeeld. Met de uitvoering werd begonnen op 17 september 1923. De kerk werd aanbesteed voor f.62.500,-. De parochianen deden zelf het grondwerk van 21 oktober tot 10 november. De eerste steen werd gelegd op 21 januari 1924 en op 13 december van dat jaar werd de kerk in gebruik genomen. De kerkwijding volgde pas op 20 juni 1927 door Mgr. A.F. Diepen, bisschop van 's-Hertogenbosch.
De kleine driebeukige dorpskerk met centrale ingangstoren is gelegen aan de zuidzijde van het Twijnmeer en behoorde tot 1997 tot het grondgebied van de gemeente Boxtel.
Omschrijving
Georiënteerde, driebeukige transeptloze basilicale kerk met gevels van in kruisverband gemetselde machinale baksteen onder een van Maasgedekte leien voorzien zadeldak; de zijbeuken hebben lessenaarsdaken. Het schip telt drie traveeën. De koorsluiting is 5/8e en heeft een iets lager dak dan het middenschip. De centraal in de westgevel gelegen toren bestaat uit vier, zich verjongende geledingen en wordt bekroond door een met leien gedekte tentspits. De kerk is sober geornamenteerd met spitsboogvensters en nissen en keperbogen. De vormgeving kan dan ook wellicht beter als gotiserend dan als neogotisch omschreven worden. In de onderste geleding van de toren is de spitsbogige ingang geplaatst. De dubbele opgeklampte houten kerkdeur met smeedijzeren beslag is hierin iets terugliggend geplaatst.
De boven de ingang gesitueerde cordonlijst dient tevens als afzaat voor het grote, driedelige roosvenster met bakstenen montants en gekleurd glas-in-lood. De derde geleding omvat aan elke zijde de galmgaten met boven elkaar geplaatste galmborden. De vierde geleding heeft aan alle zijden drie even hoge spitsboognissen, waarvan de buitenste twee van een smal rechthoekig venstertje voorzien zijn. De lage zijbeuken zijn gedekt met een lessenaarsdak en hebben boven de waterlijst per travee twee spitsboogvensters met glas-in-loodramen. De zijbeuken worden gesteund door tussen de vensters geplaatste steunberen. Elk van de zijbeuken heeft aan het oostelijke eind een kleine driezijdige apsidiool. De lichtbeuk van de kerk bestaat per travee uit twee gekoppelde keperboogvensters met glas-in-lood-ramen. Onder de dakgoot loopt een fries met een gemetselde tandlijst. Het koor is iets lager dan het middenschip en heeft een 5/8e sluiting met hoge lancetvensters tussen de steunberen.
Tegen de zuidoostelijke zijbeuk bevindt zich de sacristie; een gebouw op rechthoekige grondslag van één bouwlaag met gevels in schoon metselwerk onder een schilddak met leien in Maasdekking. Centraal op de nok bevindt zich een hoge gemetselde schoorsteen. De sacristie heeft recht gesloten vensters met schuiframen in spitsboognissen. De vensters zijn voorzien van diefijzers.
In het interieur heeft de architect getracht een zo goed mogelijk zicht op het priesterkoor te bereiken door de spitsbogige scheibogen breed en hoog te maken en de massa van de pijlers zo gering mogelijk te houden. De lengte van de drie traveeën in het middenschip bedraagt 22.05 m. De totale breedte van schip en zijbeuken 18.75 m. Elk van de vierkante traveeën heeft een stenen stergewelf waarvan de ribben met polychroom metselwerk zijn verlevendigd. Iedere travee omvat twee zijbeukvakken, elk overwelfd met een afzonderlijk graatgewelf. De opstand van het schip is tweedelig: arcade en lichtbeuk. Op de gewelven zijn tussen 1925 en 1950 polychrome figuratieve schilderingen aangebracht. De maker hiervan is onbekend. Onder de lichtbeuk is een trapvormige lijst aangebracht die doorloopt tot de onderkant van de gekoppelde lichtbeukvensters. In het iets verhoogde koor wordt veel van de lichttoetreding weggenomen door het orgel dat zich oorspronkelijk op de orgeltribune in de toren bevond. De maker van het orgel is waarschijnlijk J.J. Vollebregt (1793-1872). Het uit 1848 daterende orgel met twee klavieren en pedaal is afkomstig uit de afgebroken Waterstaatskerk en in 1927 in deze kerk geplaatst, in 1951 voorzien van electro-pneumatische tractuur, in 1961 verplaatst naar het priesterkoor en bij die gelegenheid uitgebreid met één register. Het instrument bevat een belangwekkend pijpwerk bestand van orgelmaker Vollebregt. De orgelkast is rijk versierd in neobarokstijl. Het koor wordt verder geornamenteerd door in witte steen vervaardigde heiligenbeelden op voetstukken onder een gotiserend baldakijn; deze zijn omstreeks 1927 vervaardigd door het atelier van M. van Bokhoven-Jonkers uit 's-Hertogenbosch. Overige inventarisstukken zijn onder meer: de met Nieuw-Testamentische motieven geornamenteerde glas-in-loodramen in het priesterkoor uit 1926-1927. De kruiswegstaties van witte steen in de zijmuren, vervaardigd door H. Jonkers in 1937. De preekstoel afkomstig uit de Waterstaatskerk uit 1845-1850, vervaardigd door de gebr. Goossens te 's-Hertogenbosch. In de toren bevindt zich een klokkenstoel met klok van anonieme gieter, 1339, diam. 80,7 cm; is buiten gebruik gesteld.
Waardering
De kerk is van algemeen belang. De kerk heeft cultuurhistorische waarden als bijzondere uitdrukking van de geestelijke ontwikkeling van het kleinschalige katholieke dorpsleven in het algemeen en van de typologische ontwikkeling van de dorpskerk. De kerk heeft architectuurhistorische waarden vanwege de toegepaste stijlelementen en vanwege de plaats die de gebouwen innemen binnen het oeuvre van de architect Wolter te Riele. De kerk heeft tevens architectuurhistorische waarden vanwege de eigen interpretatie die de architect aan de neogotische vormentaal heeft gegeven en vanwege de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur.
De kerk heeft ensemblewaarden vanwege de functionele en historisch ruimtellijke samenhang met de overige complexonderdelen. Het complex is van belang vanwege het zeldzame karakter van dergelijke gaaf bewaard gebleven ensembles.
Tags: kerkelijke gebouwen,kerk,kerk en kerkonderdeel,religieuze gebouwen
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed - Licentie CC-0 (1.0)
In de buurt
- Complex Lambertusweg St.Lambertusweg 122, Gemonde
- kerkelijk gebouw St.Lambertusweg 122, Gemonde
- Grenspaal, in traditionele vormen Gemonde
- Huis Twijnmeer Twijnmeer 10, Gemonde
- Ronde Molen St.Lambertusweg 33, Gemonde
-
format_list_bulleted
Alle monumenten in
Gemonde (Noord Brabant)